ECLI:NL:RBDHA:2023:14234
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. Eversteijn
- L.M. Janssens - Kleijn
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met connexiteitseis
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Orhan, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de aanvraag van de verzoeker om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. De verzoeker had verzocht om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter stelde vast dat de bezwaarprocedure was afgerond en dat de verzoeker niet binnen de gestelde termijn beroep had ingesteld. Hierdoor was niet voldaan aan de connexiteitseis van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was en besloot zonder nadere zitting uitspraak te doen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 juli 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.