Op 22 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van het bedreigen van zijn toezichthouder van de reclassering. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was in de penitentiaire inrichting Vught, heeft in de periode van 30 november tot en met 5 december 2022 meerdere bedreigende e-mails gestuurd naar het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn psychische problematiek, strafbaar is, maar heeft rekening gehouden met zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, die hij reeds heeft uitgezeten, en heeft daarnaast een zorgmachtiging voor verplichte zorg voor de duur van zes maanden verleend. De rechtbank oordeelde dat behandeling in een beveiligde accommodatie noodzakelijk is, gezien de ernst van de bedreigingen en de psychische toestand van de verdachte. De uitspraak is gedaan na een inhoudelijke behandeling op 8 september 2023, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging heeft gewogen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar het bewezen verklaarde feit van bedreiging met de dood is als ernstig aangemerkt.