ECLI:NL:RBDHA:2023:14397

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
NL23.17418
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van geloofwaardigheid en veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Indiase nationaliteit, heeft op 7 juni 2022 een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelt dat hij problemen ondervindt vanwege de politieke activiteiten van zijn vader in India. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 9 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de rechtbank India als een veilig land van herkomst beschouwt en de gestelde problemen van eiser ongeloofwaardig acht. Tijdens de zitting op 17 augustus 2023 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig zijn, de gestelde bedreigingen en mishandelingen niet voldoende zijn onderbouwd. Eiser heeft niet aangetoond dat hij daadwerkelijk problemen heeft ondervonden die zijn asielaanvraag rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het tijdsverloop tussen de verkiezingsoverwinning van eisers vader en de gestelde mishandeling afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn verklaringen. Bovendien heeft eiser geen overtuigend bewijs geleverd voor zijn claims, zoals documenten die zijn ziekenhuisopname of de valse beschuldigingen van drugshandel onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.17418

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam] , eiser,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 9 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. [1]
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 17 augustus 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Sareen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Indiase nationaliteit te hebben. Op 7 juni 2022 heeft eiser een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Aan de asielaanvraag heeft eiser ten grondslag gelegd dat hij in India problemen heeft ondervonden omdat zijn vader actief is in de lokale politiek. Begin 2019 is de vader van eiser bij de lokale verkiezingen gekozen tot raadshoofd van het district. Hij is vervolgens bedreigd door zijn voorganger, [Naam 2] . Eiser werd als familielid ook bedreigd en op 17 juli 2021 is hij mishandeld door vier vrienden van [Naam 2] . Een aantal maanden later is er een valse aangifte van drugshandel tegen eiser gedaan, waardoor hij gezocht wordt door de politie.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. Ook acht verweerder de verkiezingsoverwinning en politieke positie van eisers vader geloofwaardig, maar niet dat eiser daardoor problemen heeft ondervonden. India is daarnaast aangemerkt als veilig land van herkomst en eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat India voor hem niet veilig is.
4. Eiser voert in beroep aan dat hem ten onrechte wordt tegengeworpen dat hij niet concreet heeft verklaard over de gebeurtenissen tussen de verkiezingsoverwinning en het incident. Dit betreft ook geen tijd-gat, maar een opbouw naar de uiteindelijke mishandeling. Het ontbreken van onderbouwende stukken wordt hem ook ten onrechte tegengeworpen, omdat van ruzies immers geen bewijsstukken bestaan. Ook wordt hem ten onrechte tegengeworpen dat hij de ziekenhuisopname niet heeft onderbouwd. Al had eiser een stuk waarin staat dat hij is opgenomen met een hoofdwond, toont hij daar nog niet mee aan hoe de wond is veroorzaakt. De door eiser overgelegde stukken zijn weliswaar op zijn verzoek opgesteld, maar de stukken van een advocaat en de [Naam 3] zijn te verifiëren. Daarbij geldt ook een samenwerkingsverplichting voor verweerder.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Bij de geloofwaardigheidsbeoordeling heeft verweerder terecht betrokken dat eiser geen asiel heeft aangevraagd in Oekraïne of één van de andere landen waar hij heeft verbleven. Dit doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas. Bij een oprechte, dringende behoefte aan bescherming, ligt het in de lijn der verwachting dat eiser zich zo spoedig mogelijk meldt bij de eerste beschikbare autoriteiten van een Europese lidstaat met het verzoek om bescherming. Dat hij kon studeren in Oekraïne en zich daar veilig voelde, is onvoldoende om te stellen dat het hem niet mag worden tegengeworpen.
6. Ook heeft verweerder terecht overwogen dat het tijdsverloop van meer dan twee jaar tussen de verkiezingsoverwinning van eisers vader en het gestelde incident op 17 juli 2021 afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van eisers verklaringen. Eiser heeft dan wel verklaard dat het in die periode niet stil was en er altijd ruzies, discussies en problemen waren, maar hij heeft nagelaten om dit nader te onderbouwen. Het is aan eiser om concreet en gedetailleerd uit te leggen hoe de verkiezingsoverwinning van zijn vader heeft geleid tot de uiteindelijke mishandeling. Behalve de verder niet onderbouwde stelling van eiser dat sprake was van ruzies, discussies en problemen blijkt uit het gehoor immers niet dat eiser in de periode voorafgaand aan het gestelde incident op 17 juli 2021 persoonlijke problemen heeft ondervonden. Ook met de gegeven uitleg in de zienswijze en beroepsgronden maakt eiser onvoldoende inzichtelijk waarom de verkiezingsoverwinning van zijn vader heeft geleid tot het gestelde incident op 17 juli 2021.
7. Eiser heeft zijn verklaringen over de gestelde mishandeling op 17 juli 2021 niet onderbouwd met documenten. Het enkel hebben van een litteken heeft verweerder terecht onvoldoende gevonden, nu niet vastgesteld kan worden dat dit litteken het gevolg is van de mishandeling. De gestelde ziekenhuisopname is ook niet onderbouwd met documenten. In tegenstelling tot wat eiser aanvoert kunnen dergelijke documenten, afhankelijk van de inhoud, wel degelijk bijdragen aan de geloofwaardigheid van de gestelde mishandeling.
8. Uit de door eiser overgelegde gekopieerde brieven van zijn vader, een advocaat en de [Naam 3] kan niet worden afgeleid dat hij wordt gezocht door de politie en er een (straf)zaak tegen eiser is geopend op basis van valse beschuldigingen. Deze documenten zijn op verzoek van eiser opgesteld, wat maakt dat de inhoud daarvan niet onafhankelijk tot stand is gekomen. Aan de brieven kan dan ook niet de waarde worden gehecht die eiser wenst. Ook het feit dat de stukken van de advocaat en de [Naam 3] geverifieerd kunnen worden neemt niet weg dat de inhoud daarvan op verzoek van eiser tot stand is gekomen. Het overleggen van de originele documenten zal dit niet anders maken.
9. Ook de eigen verklaringen van eiser zijn onvoldoende om aan te nemen dat eiser wordt gezocht door de politie wegens een lopende (straf)zaak op basis van valse beschuldigingen. Hij heeft verklaard dat hij dit heeft gehoord en er niet aan twijfelt, maar heeft dit verder op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt. Eiser heeft daarbij ongerijmd verklaard over de (straf)zaak op basis van de valse beschuldigingen van drugshandel tegen de achtergrond van het probleemloos kunnen in- en uitreizen van India. Zo heeft eiser verklaard dat hij een risico liep om opgepakt te worden als hij zou uitreizen, omdat hij werd gezocht door de autoriteiten, maar is hij toch meermaals probleemloos in- en uitgereisd. Verweerder heeft dan ook niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser wordt gezocht door de politie wegens een valse beschuldiging van drugshandel.
10. Verweerder heeft terecht aangenomen dat India voor eiser een veilig land van herkomst is. Eisers asielaanvraag is dan ook terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid jo. artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).