Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[B.V. I] te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
[B.V. II]te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
1.De procedure
- de op 6 september 2023 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.
2.De feiten
figuur 1:
vm privacy-overwegingen niet geanonimiseerd
3.Het geschil
4.De beoordeling
nadatde bedrijfsactiviteiten ter plaatse zouden zijn beëindigd. Gedaagden stellen dat partijen hebben bedoeld dat het gebruik van [perceel A] , dat overigens ook geen bouwkop (grens aan de openbare weg) heeft, voor onbepaalde tijd zou zijn, althans voor de duur van de voortzetting van het glastuinbedrijf. Daar mochten zij naar eigen zeggen op vertrouwen en dat hebben zij ook gedaan. Daarbij weegt mee dat [eiser] op een andere locatie om niet grond gebruikt van gedaagden. Ook betwisten zij dat voor het opzeggen van de duurovereenkomst, voor zover dat al mogelijk zou zijn, een zwaarwegende grond bestaat en stellen zij dat [eiser] bovendien geen aanbod heeft gedaan om de schade van gedaagden als gevolg van de opzegging te vergoeden. De opzegging neigt volgens hen naar misbruik van bevoegdheid.