ECLI:NL:RBDHA:2023:1469

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
NL20.12949
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkte kennisneming van vertrouwelijke documenten in asielprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om beperkte kennisneming van documenten in het kader van een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Peeters, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk had verklaard. Tijdens de zitting op 16 juli 2020 is het onderzoek geschorst, waarna de rechtbank aanvullende informatie heeft opgevraagd van verweerder. Verweerder heeft op 3 mei 2022 aangegeven dat bepaalde stukken vertrouwelijke informatie bevatten die alleen door de rechtbank mogen worden ingezien.

De rechtbank heeft in haar overwegingen artikel 8:28 en artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betrokken. Deze artikelen verplichten partijen om schriftelijke inlichtingen te verstrekken en geven de bestuursrechter de mogelijkheid om beperkte kennisneming toe te staan indien gewichtige redenen aanwezig zijn. Verweerder heeft gesteld dat de documenten vertrouwelijke referentiematerialen bevatten en dat openbaarmaking zou kunnen leiden tot misbruik van de onderzoeksmethoden van Bureau Documenten.

Na beoordeling van de ingediende stukken heeft de rechtbank geconcludeerd dat het belang van verweerder bij bescherming van de vertrouwelijke informatie zwaarder weegt dan het belang van eiser bij kennisname van deze informatie. De rechtbank heeft daarom besloten dat beperkte kennisneming van de documenten gerechtvaardigd is en heeft de zaak teruggeworpen naar de kamer die eerder het onderzoek had geschorst. Deze beslissing is openbaar gemaakt en er staat nog geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.12949

beslissing op het verzoek om beperkte kennisneming

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. P.A.E. Engelen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. A. Peeters).

Procesverloop

Bij besluit van 18 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de (herhaalde) asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard. [1]
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft ter zitting het onderzoek geschorst.
Bij bericht in het digitale dossier van 11 april 2022 heeft de rechtbank aan verweerder verzocht om de stukken te doen toekomen die ten grondslag liggen aan de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021.
Op 3 mei 2022 heeft de rechtbank nadere informatie ontvangen van verweerder met de mededeling dat alleen de rechtbank daarvan kennis mag nemen.
De rechtbank heeft de beslissing of beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is opgedragen aan deze kamer van de rechtbank.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:28 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) zijn partijen aan wie door de bestuursrechter is verzocht om schriftelijke inlichtingen te geven verplicht deze te geven.
2. Op grond van artikel 8:29, eerste lid, van de Awb kunnen partijen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, aan de bestuursrechter meedelen dat uitsluitend hij kennis mag nemen van schriftelijke inlichtingen. Op grond van het derde lid beoordeelt de bestuursrechter of beperkte kennisneming gerechtvaardigd is.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder de volgende stukken heeft overgelegd:
 Een begeleidend schrijven van 29 april 2022 van documentdeskundige J.H.P. Obbink van Bureau Documenten;
 De door eiser overgelegde goedkeuring uitreisverbod van de Iraakse politie en een beslissing van de Iraakse rechtbank;
 Een kopie van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021;
 Een drietal documenten en een tweetal afbeeldingen die ter onderbouwing dienen van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021.
4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de drie documenten en de twee afbeeldingen die ter onderbouwing dienen van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021 referentiemateriaal bevatten met een vertrouwelijk karakter. Ook stelt verweerder dat de onderzoekstechnieken en -methoden van Bureau Documenten dienen te worden beschermd, omdat deze informatie anders gebruikt kan worden voor verbetering, verandering of vervalsing van documenten en deze documenten dan niet meer op hun juistheid te beoordelen zijn. Ook zou het beleid dan niet meer op een effectieve en juiste manier kunnen worden uitgevoerd.
5. Na kennis te hebben genomen van alle stukken oordeelt de rechtbank dat het belang van verweerder om bescherming van de gebruikte methoden en technieken van documentenonderzoek van Bureau Documenten zwaarder weegt dan het belang van eiser bij kennisname van deze informatie. Daarbij betrekt de rechtbank de onder rechtsoverweging 4 gegeven toelichting van verweerder, dat kennisname door een ieder van informatie over methoden van onderzoek, technieken en bronmateriaal leiden tot (betere) vervalsingen, dan wel inzicht kunnen verschaffen in de onderzoeksmethoden/ -technieken van Bureau Documenten.
6. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat er gewichtige redenen aanwezig zijn op grond waarvan beperkte kennisneming van de drie documenten en de twee afbeeldingen die ter onderbouwing dienen van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021 gerechtvaardigd is.

Beslissing

De rechtbank:
  • bepaalt dat beperkte kennisneming van de drie documenten en twee afbeeldingen die ter onderbouwing dienen van de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 29 april 2021 gerechtvaardigd is;
  • wijst de zaak terug naar de kamer van de rechtbank die tot schorsing van het onderzoek heeft besloten.
Deze beslissing is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De beslissing is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze beslissing staat nog geen hoger beroep open. Dat kan worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).