ECLI:NL:RBDHA:2023:1471
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Roemenië
In de zaak tussen [Naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen op basis van het besluit van 4 januari 2023, waarin werd gesteld dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 2 februari 2023 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door mr. M.E.M. Jacquemard als waarnemer van zijn gemachtigde. De zitting vond plaats in Middelburg, en de voorzieningenrechter heeft het verzoek samen met een andere zaak (NL23.572) behandeld. In de uitspraak van dezelfde dag werd het beroep in die andere zaak ongegrond verklaard, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.