In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die op 7 augustus 2023 aan eiser is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 19 augustus 2023.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 19 augustus 2023. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de maatregel sindsdien nog rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat, omdat de Marokkaanse autoriteiten niet meewerken. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure en dat er geen aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan het zicht op uitzetting.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F. Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.