ECLI:NL:RBDHA:2023:1484
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd na de afwijzing van zijn aanvraag voor wijziging van de verblijfsvergunning. De staatssecretaris had op 12 november 2021 de aanvraag van de verzoeker afgewezen en dit besluit werd in een later stadium door de verzoeker bestreden. Tijdens de zitting op 25 januari 2023 heeft de verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning, maar dat dit niet het gevolg was van de voorlopige voorziening. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een tegemoetkoming door de staatssecretaris, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.