ECLI:NL:RBDHA:2023:14895
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na eerdere uitspraak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.W.M. van Breda, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag van verzoeker op 12 juni 2023 had afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.17577) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is bepaald dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.