ECLI:NL:RBDHA:2023:14987
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen beëindiging van beurs
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2023, in de zaak tussen eiseres en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een bericht van 1 maart 2022, waarin verweerder haar mededeelde dat zij vanaf 1 april 2022 geen recht meer had op de basisbeurs en de aanvullende beurs. De rechtbank oordeelt dat het bericht van 1 maart 2022 geen appellabel besluit is, omdat het geen nieuwe rechtsgevolgen met zich meebracht ten opzichte van het eerdere besluit van 20 december 2021, waarin al was vastgesteld dat eiseres geen recht meer had op de beurs. De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het bericht van 1 maart 2022 slechts een herhaling was van de eerdere beslissing en geen nieuwe rechtsgevolgen creëerde. Hierdoor komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen vergoeding van proceskosten ontvangt en het betaalde griffierecht niet terugkrijgt.