In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een Sierra Leoonse, heeft ingesteld omdat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, volgens haar niet op tijd heeft beslist op de aanvraag van 20 mei 2021 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid. De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2022 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is. Eiseres heeft verweerder op 12 september 2022 in gebreke gesteld, en sindsdien zijn er twee weken verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank legt verweerder een termijn van twaalf weken op om alsnog een besluit te nemen, zoals verzocht in het verweerschrift. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
Daarnaast stelt de rechtbank de verbeurde bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de datum waarop verweerder had moeten beslissen. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 418,50, omdat het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.