ECLI:NL:RBDHA:2023:15069
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Somaliër met Keniaans paspoort; gegrondverklaring beroep tegen afwijzing
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Somaliër met een Keniaans paspoort, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser had op 21 april 2023 een asielaanvraag ingediend, die op 12 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser verzocht de rechtbank om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat op zijn beroep was beslist. De rechtbank behandelde het beroep en het verzoek op 16 juni 2023, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. De rechtbank schorste het onderzoek om een overgelegd paspoort te onderzoeken.
Eiser stelde dat hij in 2014 was gevlucht uit Somalië na de moord op zijn vader door Al-Shabaab. Hij had in Kenia een echt bevonden Keniaans paspoort gekocht en was op 20 april 2023 in Nederland aangekomen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet voldoende had gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij het Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze had verkregen. De rechtbank concludeerde dat er voldoende aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de juistheid van het Keniaanse paspoort, vooral gezien het feit dat het Somalische paspoort van eiser als echt was beoordeeld.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De rechtbank wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond was verklaard. Tevens veroordeelde de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van eiser, die op € 2.511,- werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld.