ECLI:NL:RBDHA:2023:15176

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.1423
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had zijn asielaanvraag ingediend op 13 september 2021. Op 11 november 2021 werd eiser meegedeeld dat de beslistermijn was verlengd tot 14 maart 2023, maar op 3 december 2021 ontving hij een rectificatie waarin stond dat de beslistermijn was verlengd tot 13 december 2022. Dit betekende dat de aanvraag onder het besluit WBV 2022/22 viel, dat de beslistermijnen met negen maanden verlengde. Hierdoor eindigde de beslistermijn op 13 september 2023.

Eiser diende op 14 december 2022 een ingebrekestelling in, maar de rechtbank oordeelde dat deze prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen niet zijn vervuld, zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.

De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, en is openbaar gemaakt op 18 april 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de bekendmaking van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.1423
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. B.A. Palm), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag van tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
3. Sinds 27 september 2022 is het besluit met kenmerk WBV 2022/22 van kracht.3 Dit besluit heeft tot gevolg dat de beslistermijnen van asielaanvragen die op 27 september 2022 nog niet waren verstreken met negen maanden zijn verlengd. Dit geldt ook voor asielaanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2023. De asielaanvraag van eiser valt onder het toepassingsbereik van dit besluit. De rechtbank legt dat hieronder uit.
1. Op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Dit volgt uit artikel 6:2 en 6:12 van de Awb.
3 Staatscourant van 26 september 2022, nr. 25755.
4. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op 13 september 2021. Op 11 november 2021 heeft verweerder eiser medegedeeld dat de beslistermijn is verlengd tot 14 maart 2023. Op 3 december 2021 heeft verweerder eiser echter een bericht gestuurd dat de brief van 11 november 2021 niet juist was en dat de beslistermijn is verlengd tot 13 december 2022. Daarmee valt de aanvraag onder het toepassingsbereik van de WBV 2022/22. De beslistermijn in zijn zaak is op grond van de WBV 2022/22 dus (nogmaals) met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de beslistermijn zou eindigen op 13 september 2023
.Omdat de behandelduur van een asielaanvraag maximaal 21 maanden mag duren eindigt de beslistermijn in dit geval echter op 13 juni 2023
.De termijn om te beslissen op zijn aanvraag was daarom nog niet verstreken toen eiser de ingebrekestelling op 14 december 2022 indiende bij verweerder. De ingebrekestelling is daarmee prematuur. Dat maakt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van O.G. Hulsman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
18 april 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.