Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
in deze procedure, anders dan eiser, wel aanmerkt als een uitzettingshandeling omdat eiser gehouden is om mee te werken aan zijn vertrek en eiser deze medewerking nu juist kan verlenen in dat gesprek. Eiser heeft gedurende het uitzettingstraject geen meewerkende houding aangenomen dus dan is het houden van een vertrekgesprek ook bedoeld om eiser aan te sporen mee te werken en daarmee het vertrek te bespoedigen. De verklaringen die eiser aflegt in het vertrekgesprek bepalen dus mede de duur van de maatregel en het kunnen verwijderen. De rechtbank overweegt daarom, in deze procedure, dat het houden van vertrekgesprekken noodzakelijk is en te kwalificeren is als uitzettingshandelingen. Verweerder heeft niet eerder hoeven concluderen dat zicht op uitzetting ontbrak. Weliswaar hebben de Tunesische autoriteiten eerder aangegeven dat eiser niet is gevonden in “hun systeem”. Gelet echter op de andere aanknopingspunten die in de te toetsen periode wel bestonden, zoals de EU-vis-treffer, het terugkeerbesluit met Tunesië als land van bestemming en de taal waarin eiser is gehoord, is verweerder bevoegd geweest om te rappelleren en de zaak van eiser herhaaldelijk onder de aandacht te brengen van de Tunesische autoriteiten totdat op 26 september 2023 is gebleken dat, na verzocht is om een presentatie in persoon, het een aantal weken kon duren voordat hier duidelijkheid over zou komen. Op dat moment en naar aanleiding van dat bericht had voor verweerder duidelijk moeten zijn dat er een belangenafweging verricht moest worden waarbij het recht op vrijheid van eiser moet worden afgewogen tegen de (on)mogelijkheid om eiser te kunnen verwijderen en de nog vermoedelijke duur van het vertrekproces. Deze gronden slagen niet. De rechtbank heeft in de te toetsen periode tot 27 september 2023 geen onrechtmatigheden vastgesteld.