In deze zaak hebben eisers, beiden van Nigeriaanse nationaliteit, op 8 februari 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. Na een lange periode zonder besluit, hebben eisers op 6 februari 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen. Vervolgens hebben zij op 14 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van verweerder is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een beslissing op de aanvraag bekend te maken. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak gebeuren. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de ingebrekestelling. Daarnaast zijn de proceskosten van eisers vastgesteld op € 418,50, waarbij eisers zijn vrijgesteld van griffierecht. De uitspraak is gedaan door rechter J.Y.B. Jansen en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.