ECLI:NL:RBDHA:2023:15409
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie transitievergoeding na beëindiging arbeidsovereenkomst wegens ziekte werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep van Stichting Haags Pop Centrum tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer, die sinds 19 februari 2018 ziek was, is beëindigd wegens ziekte. Eiseres had een transitievergoeding van € 32.706,71 aan de werknemer betaald en vroeg compensatie van deze vergoeding aan bij verweerder. Verweerder had de aanvraag afgewezen, met als argument dat de arbeidsovereenkomst niet was beëindigd wegens langdurige ziekte. Eiseres voerde aan dat de besluitvorming onzorgvuldig was en dat de ziekte van de werknemer de reden was voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft getuigen gehoord en vastgesteld dat de ziekte van de werknemer ten grondslag lag aan zowel de gesprekken met de mediator als aan het opstellen van de vaststellingsovereenkomst. De rechtbank concludeerde dat eiseres voldeed aan de voorwaarden voor compensatie van de transitievergoeding en verklaarde het beroep gegrond. Het bestreden besluit werd vernietigd en verweerder werd opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.