ECLI:NL:RBDHA:2023:15457
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was op 24 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 21 september 2023 in Groningen, waar het verzoek samen met het beroep werd behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels op 12 oktober 2023 een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak met het nummer NL23.25669. Aangezien er nu een uitspraak op het beroep is, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.