In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 21 december 2021 afgewezen, en na bezwaar bleef deze afwijzing in stand. De rechtbank behandelde de zaak op 7 juli 2023, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren. Eiser had een verblijfsvergunning aangevraagd om als specialiteitenkok in de Chinese keuken te werken, maar het UWV adviseerde om de aanvraag af te wijzen omdat eiser niet kon aantonen dat hij voldeed aan de vereiste kwalificaties.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de afwijzing terecht heeft gehandhaafd. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd dat zijn opleiding en werkervaring voldeden aan de eisen voor de functie van specialiteitenkok. De rechtbank oordeelt dat het advies van het UWV, dat stelde dat het overgelegde koksboekje niet gelijkgesteld kan worden met een diploma van een erkende beroepsonderwijsinstelling, voldoende inzichtelijk en begrijpelijk was. Eiser had de mogelijkheid om aanvullende documenten te overleggen, maar deze waren niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat hij aan de kwalificaties voldeed. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de mvv-aanvraag.