In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. Eiser is veroordeeld voor strafbare feiten en wordt beschouwd als een gevaar voor de nationale veiligheid. De maatregel is opgelegd op basis van artikel 56 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en houdt in dat eiser zich moet ophouden in een deel van Amsterdam. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat de maatregel in strijd is met de Terugkeerrichtlijn (Tri). De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 8 mei 2023 geoordeeld dat de vrijheidsbeperkende maatregel kan bestaan naast de Tri en dat de nationale wetgeving van toepassing is.
De rechtbank heeft het beroep op 21 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door gemachtigden. De rechtbank oordeelt dat de vrijheidsbeperkende maatregel gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de strafbare feiten waarvoor eiser is veroordeeld en het risico dat hij vormt voor de nationale veiligheid. Eiser heeft zijn volledige straf uitgezeten en werkt mee aan zijn vertrek, maar de rechtbank concludeert dat dit niet afdoet aan de noodzaak van de maatregel. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen te stellen of om de maatregel te schorsen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. D.G. van den Berg, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.