Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
Bedrag van 3.324,04
€ 20.297, berekend als volgt:
€ 8.297
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is de vraag aan de orde of de aannemer aansprakelijk is voor schade aan een naastgelegen woning. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Weisfelt, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.S. Ariëns. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 30 augustus 2023, gevolgd door aanvullende producties en een antwoordakte van de gedaagde. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 16 november 2022 voorwaarden gesteld voor de benoeming van een deskundige, waaraan de eiseres heeft voldaan door het aanleveren van bouwtechnische informatie. De eiseres heeft een bedrag van € 4.954,96 gevorderd voor kosten van werkzaamheden van SBRA, en later een aanvullend bedrag van € 3.342,04 voor andere werkzaamheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van SBRA noodzakelijk waren voor het vaststellen van de schade en aansprakelijkheid, en heeft de gevorderde bedragen toegewezen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 20.297 aan de eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 18.157,42. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, en de rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.