ECLI:NL:RBDHA:2023:15730
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Bulgarije
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de geldende regelgeving.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om zonder zitting uitspraak te doen. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.23570) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. R. de Mul als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.