In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 3 augustus 2023 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, heeft zijn bezwaren tegen deze beslissing uiteengezet, waarop de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, heeft gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft op 22 augustus 2023 de zaak behandeld. Eiser betoogt dat het onderzoek van de staatssecretaris onzorgvuldig is, omdat de informatie over de situatie in Kroatië uitsluitend afkomstig is van de Kroatische autoriteiten en niet is geverifieerd. Eiser verwijst naar rapporten die wijzen op structurele pushbacks in Kroatië, wat volgens hem de betrouwbaarheid van de informatie in twijfel trekt. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris op basis van de ontvangen informatie van de Kroatische autoriteiten mocht concluderen dat de asielaanvraag niet in behandeling genomen hoeft te worden, en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de informatie van de Kroatische autoriteiten voldoende betrouwbaar is om op te baseren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 augustus 2023.