Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 2 maart 2022 waarbij verlof is verleend te dagvaarden volgens de regeling voor de versnelde bodemprocedure in octrooizaken;
- de op 15 maart 2022 betekende dagvaarding;
- de akte houdende overlegging producties, waarmee Synthon producties EP01 t/m EP28 heeft ingediend;
- de conclusie van antwoord met producties GP01 t/m GP26;
- de op 2 december 2022 door de rechtbank aan partijen gezonden instructies in verband met de hybride zitting van 17 februari 2023;
- de akte overlegging nadere productie van Synthon, waarmee zij productie EP29 in het geding heeft gebracht;
- de akte overlegging aanvullende producties van Novartis, waarmee zij producties GP27 t/m GP29 heeft overgelegd;
- de akte houdende overlegging reactieve producties van de zijde van Synthon, waarmee zij producties EP30 en EP31 heeft ingediend;
- de akte houdende overlegging reactieve producties van de zijde van Novartis, waarmee zij producties GP30 en GP31 heeft ingediend;
- de door partijen op 14 februari 2023 om 10:00 uur schriftelijk ingediende (en uitgewisselde) pleitnotities;
- de schriftelijke reactie van Novartis op de pleitnota van Synthon, ingediend op 15 februari 2023 om 10:00 uur;
- de akte houdende overlegging nadere productie, ingediend op 16 februari 2023, waarmee Novartis productie GP32 in het geding heeft gebracht; en
- de akte houdende overlegging nadere producties, ingediend op 21 februari 2023, waarmee Synthon, zoals tijdens de mondelinge behandeling besproken, producties EP32 t/m EP34 in het geding heeft gebracht.
closing argument. Novartis heeft per e-mailbericht van 30 januari 2023 verzocht om de op 17 februari 2023 geplande mondelinge behandeling aan te houden tot de beslissing in G 2/21 beschikbaar is, tegen welk verzoek Synthon zich met een e-mailbericht van 31 januari 2023 heeft verzet. De rechtbank heeft het verzoek van Novartis tot aanhouding van de mondelinge behandeling op 2 februari 2023 afgewezen.
3.De feiten
Partijen
Comparative Efficacy of olmesartan, losartan, valsartan en irbesartan in the control of essential hypertension” [5] , is de werkzaamheid van de in de titel genoemde sartanen in vivo met elkaar vergeleken en scoorde (het niet vergunde) olmesartan het beste, terwijl de werkzaamheid van valsartan het minste was van de vier sartanen.
“Pharmaceutical compositions comprising valsartan and NEP-inhibitors” dat onder meer gelding had in Nederland. EP 728 is op 16 januari 2003 ingediend als internationale (PCT) aanvrage en roept de prioriteit in van de Amerikaanse aanvrage US 349660 van 17 januari 2002 (de prioriteitsdatum). Het octrooi is op 22 augustus 2007 verleend na overlegging van nadere stukken, waaronder een verklaring van een deskundige met betrekking tot na de prioriteitsdatum verkregen experimentele resultaten, en aanpassing van de conclusies door Novartis.
N-(3-carboxy-1-oxopropyl)-(4S)-p-phenylphenylmethyl)-4-amino-2R-methylbutanoic acid and in a second container a pharmaceutical composition comprising valsartan.”
Dicarboxylic Acid Dipeptide Neutral Endopeptidase Inhibitors”, Journal of Medicinal Chemistry 1995, volume 38, p. 1689-1700; hierna: Ksander 1995).
in vitrodata are presented for three series of NEP inhibitors. The pharmacokinetic profile of 19a/21a was determined in three species. The prodrug 19a was also shown to increase exogenous levels of ANF and enhance ANF’s natriuretic and diuretic activity. Although these experiments do not prove 21a will enhance endogenous ANF levels and natriuretic and diuretic activity, it does demonstrate the potential to elicit these activities.”
Neutral endopeptidase versus angiotensin converting enzyme inhibition in essential hypertension” Journal of Hypertension 1995, Volume 13, p. 797-804 (hierna: Favrat 1995) evalueert de werkzaamheid van de NEP-remmer sinorfaan. In de studie worden de effecten van sinorfaan, de ACE-remmer captopril en de combinatie van beide onderzocht. Favrat 1995 vermeldt daarover onder meer het volgende:
Repression of Angiotensin II and Potentiation of Bradykinin Contribute to the Synergistic Effects of Dual Metalloprotease Inhibition in Heart Failure”, Journal of Pharmacology and Experimental Therapeutics 1995, Volume 272(2), p. 619-627 (hierna: Trippodo 1995”) rapporteert over de rol van repressie van angiotensine II en verhoogde niveaus van bradykinine bij hartfalen Alle auteurs van deze studie waren destijds in dienst van Bristol-Myers Squibb, een wereldwijd opererend biofarmaceutisch bedrijf dat tevens de producent is van de ARB irbesartan.
‘left ventricular systolic pressure’, rechtbank] were similar (P > .05 at all time points) in the two groups. However, the changes (minus vehicle effects) in LVEDP [‘
left ventricular end diastolic pressure’, rechtbank] were greater (P < .05 at two time points) in the animals receiving enalaprilat plus SQ-28603 as compared with the animals receiving SR 47436 (BMS-186295) plus SQ-28603. (…)
Composition for the treatment of hypertension and congestive heart failure, containing an angiotensin II antagonist and an endopeptidase inhibitor”. Deze octrooiaanvrage, waarin Nick C. Trippodo als een van de uitvinders wordt genoemd, is het resultaat van nader onderzoek dat Bristol-Myers Squibb liet doen naar de combinatie van NEP-remmers en de sartaan irbesartan. Tot een verlening van een octrooi is het niet gekomen. EP 072 A2 is op 17 oktober 2000 geacht te zijn ingetrokken vanwege het niet betalen van de jaartaks.
bedoeld zal zijn ‘natriurethic’, rechtbank] peptide and fail to develop depressor responses to neutral endopeptidase inhibitors.
Recent Advances in Cardiovascular Pharmacology” van W. Frishman, MD, in
Current Problems in Cardiologyuit april 2000 (hierna: Frishman 2000) geeft een overzicht van de op dat moment recente ontwikkelingen in de cardiovasculaire farmacologie. [9] Frishman 2000 vermeldt onder meer het volgende:
A Randomized Trial of The Angiotensin-receptor Blocker Valsartan in Chronic Heart Failure”, The New England Journal of Medicine, Volume 345, No 23, p. 1667-1675 (hierna: Cohn 2001), worden de resultaten beschreven van de zogenoemde Val-HeFT studie (Valsartan Heart Failure Trial). Vermeld is onder meer het volgende:
ABSTRACT
4.Het geschil
5.De beoordeling
Bevoegdheid
Problem Solution Approach(hierna: PSA) toepassen. Aan het primair door Novartis met betrekking tot beide inventiviteitsaanvallen gevoerde verweer dat Synthon niet aan haar stelplicht heeft voldaan, gaat de rechtbank voorbij. Nu uit het hiernavolgende zal blijken dat Novartis in het gelijk wordt gesteld, heeft Novartis geen belang bij de beoordeling van haar primaire verweer, nog daargelaten dat zij daaraan na de conclusie van antwoord in het verdere debat geen woorden meer heeft gewijd.
monotherapie valsartan
combinatietherapie met valsartan. Dat zou een pointer vormen naar de oplossing, waarvoor geen aanleiding bestaat. Met Novartis is de rechtbank van oordeel dat de gemiddelde vakpersoon op de prioriteitsdatum de oplossing voor het genoemde probleem ook op een andere wijze dan met een combinatietherapie zou kunnen onderzoeken, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een nieuwe, effectievere ARB, zoals een derivaat van valsartan.
in confesso– willekeurige combinaties van medicijnen uit verschillende klassen in het algemeen geen redelijke verwachting van succes geven.
abstracten de conclusie van het artikel (zie 3.33). Daarin wordt de dubbele bradykinine-potentiëring expliciet als (mogelijke) oorzaak van een synergetisch effect van die combinatie (ACE- en NEP-remmer) benadrukt, welke (dubbele) werking bij de combinatie van een ARB en een NEP-remmer ontbreekt. De combinatie van een ARB met een NEP-remmer werd in die studie gebruikt om het werkingsmechanisme van de ACE-NEP-remmer-combinatietherapie te onderzoeken. De (uitsluitend) in EP 072 A2,
example2, gepubliceerde resultaten van de behandeling met de ARB-NEP-remmer-combinatie van hypertensie zijn negatief, in die zin dat de combinatie geen beter resultaat geeft dan irbesartan monotherapie. In
example2 is onderzoek beschreven met “
1K1C hypertensive dogs”. Uit de weergeven resultaten blijkt dat irbesartan als monotherapie een duidelijk bloeddrukverlagend effect heeft op die proefdieren. Toediening van een combinatie van irbesartan en SQ28603 is echter niet effectiever dan toediening van een placebo en doet zelfs het duidelijk positieve effect van irbesartan als monotherapie teniet. De kanttekeningen die Synthon, bij monde van haar deskundigen, bij (de opzet van) de in
example2 beschreven onderzoeken en daarmee op de resultaten daarvan heeft geplaatst en die door (de deskundigen van) Novartis gemotiveerd zijn weersproken, maken naar het oordeel van de rechtbank niet dat de gemiddelde vakpersoon de daar weergegeven resultaten met betrekking tot de (afwezige) effecten van de combinatie van irbesartan en SQ28603 in de behandeling van hypertensie, anders, laat staan positief zou waarderen. Dit wijst dus eerder weg van het combineren van een ARB met een NEP-remmer. Of de in Trippodo 1995 en EP 072 A2,
example1, gepubliceerde resultaten voor de behandeling van hartfalen met de combinatie, een verbeterde werking aantonen ten op zichte van irbersartan monotherapie, is in geschil. De partijdeskundigen hebben daarover tegengesteld verklaard. Wat daarvan ook zij, het feit dat octrooiaanvrage EP 072 A2 niet is doorgezet, vormt in ieder geval een aanwijzing dat de aanvrager geen heil zag in een combinatietherapie van irbesartan met SQ-28603 voor een van de indicaties.
pointerin de richting van de door EP 728 geclaimde combinatie dienen, omdat op de prioriteitsdatum duidelijk was, en zo staat tussen partijen ook niet ter discussie, dat ACE-remmers en ARBs niet zonder meer inwisselbaar zijn en niet op hetzelfde werkingsmechanisme berusten. De gemiddelde vakpersoon was evengoed bekend met het feit dat combinatietherapieën niet altijd een beter effect hebben dan een monotherapie en dat het dus geen zin heeft om stoffen uit verschillende klassen op willekeurige wijze te combineren, zo erkennen de deskundigen van beide partijen.
Trippodo 1995 en EP 072 A2
example2). Met betrekking tot hartfalen is, zoals gezegd, in geschil of de resultaten van de combinatietherapie van irbesartan en SQ28603 zo moeten worden uitgelegd dat deze therapie beter werkt dan irbesartan alleen. De rechtbank zal hierna, weer veronderstellenderwijs en ten gunste van Synthon, aannemen dat in Trippodo 1995 en in EP 072 A2,
example1, een verbeterde werking van de combinatie met betrekking tot hartfalen kan worden gelezen ten opzichte van irbesartan monotherapie, zodat dit geen belemmering vormt om het technisch effect bij de probleemstelling in de zin van de PSA te betrekken.
NEP-I” (kort voor
NEP-Inhibition) en “
Ang II receptor blockade” (kort voor
Angiotensin receptor blockade) wordt gebezigd, maakt dit niet anders. De gemiddelde vakpersoon zal die termen steeds lezen in de context van de verrichte studie en dus in samenhang met het ene voorbeeld dat Trippodo 1995 beschrijft: de combinatie van de ARB irbesartan en de NEP-remmer SQ28603. De rechtbank ziet, bij gebreke van enige steun voor die opvatting in de in het artikel beschreven resultaten, geen aanleiding te veronderstellen dat de auteurs van Trippodo 1995 met die generieke aanduiding hebben willen uitdrukken dat het beschreven effect geldt voor een andere laat staan elke denkbare combinatie van een ARB en een NEP-remmer. Ook in zoverre bestaat er, anders dan Synthon betoogt, voor de vakpersoon dus geen reden om te veronderstellen dat de in Trippodo 1995 omschreven werking van irbesartan en SQ28603 met betrekking tot hartfalen of hypertensie kan worden geëxtrapoleerd naar andere combinaties van stoffen uit de klasse van ARBs respectievelijk de klasse van NEP-remmers. Hierbij komt dat zoals hiervoor overwogen de resultaten ook niet ondubbelzinnig positief waren.
pointerom irbesartan te substitueren voor valsartan.