In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 september 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming naar aanleiding van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam01]. De kinderrechter heeft eerder op 7 juli 2023 al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Tijdens de zitting op 26 september 2023 is het verzoek aangepast door de Raad, waarbij nu om een gesloten machtiging voor drie maanden werd verzocht, met aanhouding van het verzoek voor de rest van het jaar.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde gezinsdynamiek en dat [naam01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Hij vertoont zelfbepalend gedrag en accepteert geen gezag, wat leidt tot zorgen over zijn toekomst. De ouders zijn bereid om mee te werken aan hulpverlening, maar hebben geen grip meer op de situatie. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling voor een jaar te verlenen en de machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden toe te wijzen. De kinderrechter benadrukt het belang van diagnostisch onderzoek en gerichte hulpverlening om de situatie van [naam01] te verbeteren.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2023.