ECLI:NL:RBDHA:2023:16012

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.18139
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek zonder contact

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 21 juni 2023 de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.

De rechtbank constateert dat eiser op 23 juni 2023 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 12 september 2023 laten weten geen contact meer te hebben met eiser en te begrijpen dat eiser niet meer in Nederland verblijft. Volgens vaste rechtspraak heeft een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact onderhoudt met zijn gemachtigde, geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

Gelet op de omstandigheden en het bericht van de gemachtigde van eiser, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Steenbeek, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18139

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 september 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1 In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 21 juni 2023, waarin de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser heeft afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1
De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Heeft eiser nog procesbelang?
2. De staatssecretaris heeft in het bericht van 27 juni 2023 aan de rechtbank laten weten dat eiser op 23 juni 2023 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 12 september 2023 laten weten geen contact meer te hebben met eiser en te hebben begrepen dat eiser niet meer in Nederland verblijft.
2.1.
Uit vaste rechtspraak volgt dat als de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder contact te onderhouden met zijn gemachtigde, hij geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De vreemdeling heeft in dat geval geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit is alleen anders als een vreemdeling laat weten dat hij nog contact met zijn gemachtigde heeft en dus nog steeds prijs stelt op de door hem verzochte bescherming. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat de vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en dat de gemachtigde nog contact heeft met de vreemdeling over de voortgang van de procedure en de keuzes die daarin moeten worden gemaakt. [2]
2.2.
Gelet op bovengenoemde rechtspraak en het bericht van de gemachtigde van eiser van 12 september 2023 neemt de rechtbank aan dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

Conclusie en gevolgen

3. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Steenbeek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dit mogelijk.
2.Zie bijvoorbeeld ABRvS, 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.