ECLI:NL:RBDHA:2023:16012
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek zonder contact
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 21 juni 2023 de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De rechtbank constateert dat eiser op 23 juni 2023 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 12 september 2023 laten weten geen contact meer te hebben met eiser en te begrijpen dat eiser niet meer in Nederland verblijft. Volgens vaste rechtspraak heeft een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact onderhoudt met zijn gemachtigde, geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
Gelet op de omstandigheden en het bericht van de gemachtigde van eiser, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Steenbeek, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2023.