In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 26 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, heeft beroep aangetekend tegen de maatregel van bewaring die hem is opgelegd op 7 september 2023. De rechtbank heeft op 19 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding aanwezig was, samen met zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. P. Boelhouwer.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser betoogt dat er geen zicht op uitzetting is binnen een redelijke termijn en dat hij bereid is mee te werken aan de identificatie. De rechtbank oordeelt echter dat er voldoende zicht op uitzetting naar Marokko is en dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat de identiteit van eiser nog niet is vastgesteld. De rechtbank wijst erop dat de Marokkaanse autoriteiten hebben aangegeven dat zij niet in alle gevallen een persoonlijke presentatie vereisen voor de afgifte van een laissez-passer.
Daarnaast voert eiser aan dat de staatssecretaris een lichter middel had moeten opleggen, zoals een meldplicht, gezien zijn vaste woonplaats en gezondheidsproblemen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom een lichter middel niet is opgelegd en dat het risico op onttrekking aan het toezicht te groot is. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El-Amrani, griffier.