ECLI:NL:RBDHA:2023:16226

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
22/6778
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de toekenning van een militair invaliditeitspensioen in verband met PTSS en verslavingsproblematiek

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Defensie om aan eiser een militair invaliditeitspensioen (MIP) toe te kennen. Eiser, die tussen 2003 en 2009 in dienst was bij Defensie en tussen 15 november 2004 en 9 april 2005 in Irak was uitgezonden, heeft een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) ontwikkeld. In 2019 werd hem een MIP van 17,08% toegekend, dat later werd verhoogd naar 27% met een bijzondere invaliditeitsverhoging van 5%. Verweerder erkende dat de verslavingsproblematiek van eiser niet was meegenomen in het primaire besluit en heeft dit in het bestreden besluit alsnog gedaan. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder de gelegenheid te geven om een reactie van de (bezwaar)verzekeringsarts te vragen over de medische publicaties die door de gemachtigde van eiser waren genoemd.

De (bezwaar)verzekeringsarts R.G. Goedhard heeft geadviseerd dat er voor de verslavingsproblematiek geen dienstverband bestaat. Eiser heeft verklaard dat hij verslavende middelen is gaan gebruiken om de effecten van zijn PTSS te dempen. De rechtbank overweegt dat de adviezen van Goedhard zijn gebaseerd op zorgvuldig medisch onderzoek en dat de door hem getrokken conclusies deugdelijk zijn gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat de verslavingsproblematiek van eiser niet in voldoende mate kan worden gekoppeld aan zijn militaire dienst, en dat er geen dienstverband kan worden aangenomen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/6778

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. J.F. Roth),
en

de staatssecretaris van Defensie

(gemachtigde: mr. P. Souren).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder om aan eiser een militair invaliditeitspensioen (MIP) toe te kennen.
1.1.
Verweerder heeft bij besluit van 28 april 2022 aan eiser een MIP toegekend. Bij besluit van 20 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard omdat ten onrechte nagelaten was een uitspraak te doen over de verslavingsproblematiek. Voor het overige heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd.
1.2.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 maart 2023.
Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1.4.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen om een reactie aan de (bezwaar)verzekeringsarts te vragen over de in de spreekaantekeningen van de gemachtigde van eiser genoemde medische publicaties.
1.5.
Verweerder heeft op 20 juni 2023 de reactie van de (bezwaar)verzekeringsarts ingediend. Eiser heeft hierop schriftelijk gereageerd. Vervolgens heeft verweerder wederom een reactie aan de (bezwaar)verzekeringsarts gevraagd en deze op 23 augustus 2023 ingediend.
1.6.
Partijen hebben er mee ingestemd om geen tweede zitting te houden. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser is tussen 2003 en 2009 in dienst bij Defensie geweest. Daarbij is hij tussen
15 november 2004 en 9 april 2005 uitgezonden geweest naar Irak, waar hij een post traumatisch stresssyndroom (PTSS) aan overgehouden heeft. In 2019 is daarom aan eiser een MIP toegekend van 17,08%. Bij het primaire besluit is dit percentage verhoogd naar 27%, met een bijzondere invaliditeitsverhoging van 5%. Verweerder heeft in het bestreden besluit onderkend dat vergeten was de verslavingsproblematiek van eiser te betrekken bij het primaire besluit. Daarom is dat bij het bestreden besluit alsnog gedaan.
Wat heeft verweerder besloten?
3. Verweerder heeft de gronden ten aanzien van de verslavingsproblematiek voorgelegd aan (bezwaar)verzekeringsarts R.G. Goedhard. Deze heeft op 6 september 2022 geadviseerd dat er voor de verslavingsproblematiek geen dienstverband bestaat. Verweerder heeft dit advies overgenomen in het bestreden besluit.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser legt uit dat hij is begonnen met het gebruik van verslavende middelen om de effecten van zijn PTSS te dempen. Voor zijn uitzending gebruikte eiser geen verslavende middelen. Hoewel eiser in 2017 heeft weten te stoppen is hij in 2019 toch weer terug gevallen in zijn gedrag. Uit informatie van eisers behandelaars blijkt ook dat hij verslavende middelen gebruikt vanwege zijn uitzending.
Wat vindt verweerder in beroep?
5. Verweerder heeft in beroep wederom advies gevraagd aan (bezwaar)verzekeringsarts Goedhard. Daarbij is de door eiser in beroep overgelegde informatie van zijn behandelaars meegestuurd. Goedhard blijft bij brief van 10 januari 2023 bij zijn eerdere advies dat geen sprake is van dienstverband voor de verslavingsproblematiek. De door eiser overgelegde informatie van zijn behandelaars bevat geen nieuwe informatie.
Wat is het oordeel van de rechter?
6. De vraag ligt voor of de uitoefening van de militaire dienst tijdens eisers uitzending in belangrijke mate de verslavingsproblematiek heeft veroorzaakt, of de uitzending een duidelijke factor is geweest bij het ontstaan van de aandoening.
6.1
De rechtbank overweegt allereerst dat (bezwaar)verzekeringsarts Goedhard zijn adviezen op zorgvuldig medisch onderzoek heeft gebaseerd, namelijk de rapportages verzekeringsgeneeskundig onderzoek invaliditeitspensioen van 19 november 2019 en
21 april 2022 van verzekeringsarts M. Levy. Daarnaast heeft Goedhard de door eiser overgelegde informatie van zijn behandelaars betrokken bij zijn adviezen. De door Goedhard getrokken conclusies zijn deugdelijk gemotiveerd en consistent met de tijdens het onderzoek gebleken bevindingen.
6.2.
In het advies van 6 september 2022 wijst Goedhard op het MGO rapport uit 2019 waaruit blijkt dat luxerende factoren voor het middelengebruik volgens de behandelaar de uitzending naar Irak en de vermeende zwangerschap lijken. Daarnaast speelt zijn criminele achtergrond (met gedragsproblemen sinds zijn jeugd en oa detentie) en het bij Defensie geleerde zwijgen een rol. Zo is eiser is in 2009 oneervol ontslagen wegens het samen met anderen handelen in drugs. Hij was toen naar eigen zeggen al sinds 2005 verslaafd terwijl hij in 2017 aangaf pas 1 jaar verslaafd te zijn aan cocaïne. Omdat de verslaving in 2019 in remissie was is de verslaving volgens Goedhard terecht niet beschouwd inzake het dienstverband. Goedhard acht verder van belang dat eiser er in 2017 toe in staat was om te stoppen. Het middelengebruik heeft daarom te maken met keuzes, al of niet onbewust, als uiting van zijn manier van omgang met stress en emoties. De ervaringen tijdens de uitzending naar Irak hebben hooguit in enige mate bijgedragen aan de start en ontwikkeling van de verslavingsproblematiek bij eiser. Dat is onvoldoende om daarvoor dienstverband aan te kunnen nemen.
De conclusie is dat eiser lijdend is aan verslaving. Het is vanuit medisch oogpunt aannemelijk dat factoren buiten de militaire dienst van overwegende invloed zijn geweest op het ontstaan, zoals een zekere aanleg en persoonlijkheid. Vanuit medisch oogpunt is het niet aannemelijk dat de militaire dienst daarop van meer dan enige invloed is geweest. Daarom is er geen dienstverband aannemelijk.
6.3.
Goedhard blijft er in zijn advies van 10 januari 2023 bij dat geen sprake is van dienstverband voor de verslavingsproblematiek. Daartoe acht Goedhard met name van belang dat eiser zelf besloten heeft te willen stoppen met het misbruik van middelen en daar ook toe in staat is gebleken. Eiser heeft de keuze kunnen maken om een langere periode te stoppen met het gebruik terwijl zijn PTSS klachten en andere heftige persoonlijke omstandigheden zoals een detentie doorspeelden. De verslaving vormde voor het Sinai Centrum ook geen beletsel om te beginnen met de behandeling voor de PTSS. Dat maakt dat de ervaringen opgedaan tijdens de uitzending geen dusdanige factor zijn geweest in het misbruik dat ze voldoen aan de criteria om daar dienstverband voor aan te kunnen nemen.
6.4.
Naar aanleiding van de ter zitting genoemde medische publicaties heeft verweerder een reactie van (bezwaar)verzekeringsarts Goedhard gevraagd. Deze geeft op 13 juni 2023 aan dat deze publicaties geen aanleiding vormen om zijn eerder ingenomen standpunt te herzien. Het proefschrift van N.J.N. Gielen uit 2016 waar naar is verwezen is uitgegaan van een populatie verslaafden en niet van een populatie met PTSS. Weliswaar blijkt 1 op de 3 verslaafden ook PTSS te hebben maar de conclusie dat heel veel mensen met een PTSS kampen met ernstige verslavingsproblematiek kan daar niet uit gehaald worden. Daartoe ontbreken de cijfers. Het is mogelijk dat er een relatie is tussen verslavingsproblematiek en PTSS maar of die dusdanig is dat er gesproken kan worden van een causale relatie in de zin van een dienstverband is niet het geval volgens Goedhard.
6.5.
In de reactie van 12 juli 2023 benadrukt eiser dat er wel degelijk voldoende aannemelijk dienstverband is tussen alcohol- en middelenverslaving en de uitzending (PTSS klachten). Ook in de richtlijn stoornissen in het gebruik van alcohol wordt geconcludeerd dat PTSS symptomen mogelijk/waarschijnlijk een rol spelen bij de terugval in alcoholgebruik bij patiënten met PTSS. Behandeling van PTSS lijkt een positief effect te hebben op zowel trauma symptomen als alcoholcraving.
In zijn reactie van 17 augustus 2023 geeft (bezwaar)verzekeringsarts Goedhard aan dat in de genoemde richtlijn stoornissen in het gebruik van alcohol geen duidelijk verband wordt gemeld tussen PTSS en alcoholge(mis)bruik. Het citaat van eiser dat PTSS symptomen mogelijk/waarschijnlijk een rol spelen laat zien dat er geen wetenschappelijke evidentie voor is. De mate van causaliteit is te weinig om te kunnen leiden tot dienstverband.
6.6.
Verweerder heeft gezien het vorenstaande afdoende onderbouwd dat er geen aanleiding is een oorzakelijk verband van eisers verslavingsproblematiek met de uitoefening van de dienst in voldoende mate bij eiser aan de orde te achten. Dat eiser wel geregeld terug valt in zijn middelengebruik maakt niet dat deze conclusie niet kan worden getrokken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.