ECLI:NL:RBDHA:2023:16349

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
Awb 21/469
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag met herhaling van beroepsgronden en gebruik van verschillende tolken

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had deze aanvraag bij besluit van 4 augustus 2020 afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de beroepsgronden van eiser een herhaling zijn van eerder ingediende zienswijzen. Tijdens de zitting op 28 september 2023 was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig, maar eiser zelf was niet verschenen.

De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en vastgesteld dat deze niet substantieel nieuw waren. Eiser had eerder op 24 september 2020 beroepsgronden ingediend, maar deze boden geen nieuwe inzichten die de afwijzing van de asielaanvraag konden onderbouwen. Daarnaast heeft eiser aangevoerd dat het gebruik van drie verschillende tolken Spaans tijdens de procedure heeft geleid tot misverstanden. De rechtbank oordeelt echter dat eiser deze bezwaren niet tijdig heeft ingediend en niet heeft aangetoond dat de vertalingen invloed hebben gehad op zijn asielrelaas.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos en is openbaar gemaakt op 17 oktober 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen een week na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 21/469

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], v-nummer: [nummer], eiser

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J.R.R. Brock)

Inleiding

1. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser bij het bestreden besluit van 4 augustus 2020 afgewezen als ongegrond. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit.
2. De rechtbank heeft het beroep op 28 september 2023 op zitting behandeld in Breda. Hieraan heeft de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Eiser was niet aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt het bestreden besluit. De rechtbank doet dit aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd: de beroepsgronden.
4. De voormalige gemachtigde van eiser heeft op 24 september 2020 beroepsgronden ingediend. Deze beroepsgronden zijn een herhaling van wat eiser eerder al naar voren heeft gebracht en waarop verweerder in het bestreden besluit is ingegaan. Eiser heeft niet duidelijk gemaakt wat niet juist is aan de motivering van het bestreden besluit. Daarom slagen de beroepsgronden van 24 september 2020 niet.
5. Verder heeft eiser aangevoerd dat tijdens zijn asielprocedure drie verschillende tolken Spaans zijn gebruikt en dat dit heeft geleid tot risico’s op misverstanden bij de interpretatie van de verklaringen van eiser. Eiser heeft dit voor het eerst in beroep aangevoerd. Het lag op de weg van eiser om dit eerder naar voren te brengen, namelijk in de correcties en aanvullingen bij de gehoren van eiser, of zo nodig nog in de zienswijze. Ook heeft eiser niet duidelijk gemaakt hoe het gebruik van de verschillende tolken Spaans van invloed is geweest op de weergave van zijn asielrelaas. Eiser heeft als voorbeeld genoemd hoe het woord ‘sanitair’ in het Spaans op meerdere manieren vertaald kan worden, maar dit woord heeft geen betrekking op het asielrelaas van relaas. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
6. Wat eiser verder heeft aangevoerd over het functioneren van de advocaat die hem tijdens de asielprocedure heeft bijgestaan, is niet te herleiden tot het asielrelaas van eiser en de beoordeling daarvan door verweerder. Ook dit leidt daarom niet tot een geslaagd beroep.

Conclusie

7. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser terecht afgewezen. Het beroep is ongegrond.
8. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, op 17 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.