ECLI:NL:RBDHA:2023:16353
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.L. Roubos
- N.F. van der Gouw
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en voorlopige voorziening van Syrische eiseres met Libanese kinderen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres, een Syrische vrouw, heeft op 24 januari 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 30 augustus 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 5 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Eiseres stelt dat zij vreest voor haar leven en dat van haar kinderen vanwege de situatie in Syrië en de bedreigingen van haar ex-schoonfamilie in Libanon.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte de asielaanvraag heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat er geen belangenafweging is gemaakt in het kader van artikel 8 van het EVRM, ondanks dat er gezinsleven is aangenomen tussen eiseres en haar pleegdochter. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Eiseres krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.511,- toegewezen.