Op 19 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. De zaak is aangespannen door de William Schrikker Stichting, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [naam01] verlengd moet worden voor de duur van een jaar, tot 22 oktober 2024, en dat de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening verlengd wordt tot 22 april 2024.
De procedure begon met een verzoek van de gecertificeerde instelling om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat de ontwikkeling van [naam01] nog steeds bedreigd wordt. De moeder van [naam01] heeft verweer gevoerd tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, maar de kinderrechter oordeelde dat de huidige situatie en de emotionele belasting voor [naam01] een zorgvuldige aanpak vereisen. De kinderrechter heeft ook de rol van de hulpverlening benadrukt, waarbij de begeleiding van de moeder door Middin van belang is voor de verdere ontwikkeling van de contactmomenten tussen de moeder en [naam01].
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, hoewel er stappen gezet moeten worden richting een weekendregeling, de huidige situatie vraagt om een zorgvuldige monitoring van de contactmomenten en de ontwikkeling van [naam01]. Daarom is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden noodzakelijk, om voldoende tijd te hebben voor evaluatie en verdere stappen in de zorg voor [naam01]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.