ECLI:NL:RBDHA:2023:16518
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser, een Algerijnse vreemdeling, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 29 augustus 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft op 26 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank stelt vast dat eiser op of omstreeks 8 augustus 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en dat zijn gemachtigde geen bevestiging heeft ontvangen dat eiser nog in Nederland verblijft. Volgens vaste rechtspraak moet worden aangenomen dat een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland, tenzij hij contact onderhoudt met zijn gemachtigde. In dit geval heeft de gemachtigde van eiser geen contact kunnen leggen met eiser, wat leidt tot de conclusie dat eiser geen procesbelang heeft bij het beroep.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.