Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 februari 2023 in de zaken tussen
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
ProcesverloopBij besluiten van 14 oktober 2022 (de bestreden besluiten) heeft de staatssecretaris de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
nietgemakkelijk op te sporen zouden zijn in Tirana.
zelfs in de afgelegen gebieden. Dat acht de rechtbank van belang, omdat de staatssecretaris er desondanks van uitgaat dat het risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM voor eisers in [plaats van herkomst eisers] wél reëel is. De staatssecretaris stelt daartoe dat de familie waar eisers voor vrezen juist in de omgeving van [plaats van herkomst eisers] woont. Dit argument is echter niet te rijmen met wat onder 5.2 en 5.3 is overwogen, namelijk dat eisers overtuigende informatie hebben aangedragen waaruit volgt dat een verhuizing binnen Albanië het risico dat iemand loopt niet noodzakelijk verkleint en zeker niet geheel wegneemt. Het standpunt van de staatssecretaris dat eisers vanwege de te verwachten hulp van de politie in [plaats van herkomst eisers] wel, maar in Tirana geen reëel risico op ernstige schade lopen, is daarom niet houdbaar, omdat dat uitgaat van een verschil in dreiging dat niet goed is onderbouwd. De staatssecretaris is er dus niet in geslaagd om deugdelijk te motiveren dat eisers in Tirana geen reëel risico op ernstige schade lopen en dat hun daarom een vestigingsalternatief kan worden tegengeworpen. De bestreden besluiten zijn in zoverre genomen in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beroepsgrond slaagt.