ECLI:NL:RBDHA:2023:16538

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
NL23.30087
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. Ngasirin, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublinverordening.

Tijdens de zitting op 3 oktober 2023 is verzoeker, ondanks een bericht van verhindering, niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld en direct na de zitting uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.30086) die betrekking had op het beroep van verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 oktober 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.30087
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. R.P.M. Ngasirin), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Talsma).

Procesverloop

Bij besluit van 20 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.30087, op 3 oktober 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.30086, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2023 door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
11 oktober 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.