ECLI:NL:RBDHA:2023:16542
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Estland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 15 september 2023, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Estland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 3 oktober 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigden zijn niet verschenen. De vertegenwoordiger van de verweerder was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.29821, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 oktober 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.