ECLI:NL:RBDHA:2023:16557
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheid Frankrijk
In de zaak met zaaknummer NL23.29319 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Jansen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 15 september 2023 was genomen, stelde dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag en dat de aanvraag daarom niet in behandeling werd genomen.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 3 oktober 2023, maar de verzoeker en zijn raadsman waren niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. M. Talsma. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.29318, behandeld, die verband hield met het beroep van de verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.