ECLI:NL:RBDHA:2023:16614

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/09/655131 / JE RK 23-2047
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

Op 24 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [naam01]. Deze minderjarige, geboren in 2007, verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en heeft te maken met complexe problematiek, waaronder het Foetaal Alcohol Syndroom en hechtings- en traumaproblematiek. De kinderrechter heeft eerder al een spoedmachtiging verleend en de situatie van [naam01] is zorgelijk, met een gebrek aan perspectief voor een vervolgplek.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2023 heeft de kinderrechter [naam01] gehoord, die aangaf niet langer op de huidige locatie te willen blijven en een normaal leven te willen opbouwen. Hij heeft het vertrouwen in zijn voogd verloren en voelt zich niet gehoord door de hulpverlening. De gecertificeerde instelling heeft echter ernstige zorgen over zijn gedrag en de veiligheid van [naam01] en anderen, en heeft daarom verzocht om een machtiging voor een jaar.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er aan de wettelijke gronden voor een gesloten machtiging is voldaan, maar heeft de machtiging voor een kortere duur van drie maanden verleend. Dit biedt de gecertificeerde instelling de gelegenheid om te onderzoeken wat er mogelijk is voor [naam01] en om een nieuw perspectief te creëren. De kinderrechter benadrukt het belang van vertrouwen en rust voor [naam01] en de noodzaak van een goede samenwerking met zijn voogd. De beslissing is mondeling gegeven en zal verder worden behandeld in een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/655131 / JE RK 23-2047
Datum uitspraak: 24 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. P. Drenth te Den Haag.

1.Het verdere verloop van de procedure

Op 12 oktober 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank de gecertificeerde instelling gemachtigd om [naam01] voorlopig te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 13 oktober 2023 17.00 uur. Het verzoek is voor het overige aangehouden totdat het schriftelijke verzoek bij de rechtbank is ingediend. Vervolgens heeft de kinderrechter in deze rechtbank bij beschikking van 13 oktober 2023 een spoedmachtiging verleend om [naam01] te doen opnemen en verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 13 oktober 2023 tot 26 oktober 2023. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot deze mondelinge behandeling.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • de beschikking van 13 oktober 2023;
  • de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 18 oktober 2023.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met zijn advocaat;
  • [naam02] en [naam03] namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam04] van [naam05] als begeleider van [naam01] .
De kinderrechter heeft [naam01] voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het bijzijn van zijn advocaat gehoord.

2.De feiten

Bij beschikking van 14 september 2021 is [naam01] onder voogdij gesteld van de gecertificeerde instelling.
[naam01] verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, te weten bij [naam05] .

3.Het verzoek

De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van één jaar.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Zij heeft ernstige zorgen om het gedrag van [naam01] . Hij brengt zichzelf en zijn omgeving in onveilige situaties. Bij [naam01] is sprake van complexe problematiek met een zeer belast verleden. Zo is [naam01] gediagnosticeerd met het Foetaal Alcohol Syndroom, waardoor hij functioneert op licht verstandelijk niveau en is er sprake van hechtings- en traumaproblematiek. [naam01] loopt achter in zijn identiteits- en emotionele ontwikkeling en wordt daardoor makkelijk overvraagd. Hij stagneert in zijn ontwikkeling en behandeling. [naam01] heeft weinig probleembesef en geen inzicht in oorzaak en gevolg en er zijn zorgen over zijn gewetensontwikkeling. Gelet op de voorgaande problematiek vindt de gecertificeerde instelling het noodzakelijk dat er intensief toezicht is, waarbij er mogelijkheden zijn om [naam01] (fysiek) te begrenzen. De strakke kaders, duidelijkheid en voorspelbaarheid van de gesloten plaatsing heeft [naam01] nodig en dit biedt hem de veiligheid om niet met verkeerde invloeden in aanraking te komen en hem te weerhouden van delictgedrag. Om zijn veiligheid en de veiligheid van anderen te waarborgen is één op één begeleiding nodig. Volgens de gecertificeerde instelling heeft [naam01] constant sturing nodig en is hij afhankelijk van een extern geweten. De gecertificeerde instelling heeft meerdere aanmeldingen gedaan voor een SGLVG-plek (sterk gedragsgestoord licht verstandelijk beperkt) als vervolgplek voor [naam01] , maar tot nu toe is hij nog niet aangenomen. Als gevolg hiervan is er op dit moment geen perspectief voor [naam01] . Ter zitting vult de gecertificeerde instelling aan dat het vinden van een SGLVG plek voor een minderjarige heel moeilijk is, omdat het zorgaanbod onvoldoende is. Wel is een SGLVG plek volgens de gecertificeerde instelling nog steeds de meest passende setting voor [naam01] . Een open groep is niet mogelijk gelet op het weglopen en de grote veiligheidsrisico’s. Het interne consultatieteam heeft aan de gecertificeerde instelling als advies meegegeven te blijven zoeken naar een passende plek en de positieve punten die nu wel goed gaan te verstevigen, waarbij het onder meer belangrijk is om in te zetten op een positief en steunend netwerk en een goed plan voor na het achttiende levensjaar van [naam01] . De gecertificeerde instelling verzoekt de gesloten machtiging uit te spreken voor een jaar. Mocht er eerder een passende vervolgplek zijn gevonden, dan zal de gecertificeerde instelling meteen overgaan tot deze plaatsing.

4.De standpunten

Door en namens [naam01] is verweer gevoerd tegen het verzochte. [naam01] wil niet langer op [naam05] blijven. Hij wil een normaal leven op kunnen bouwen en bij zijn moeder wonen. [naam01] is het vertrouwen kwijtgeraakt in zijn voogd en in de hulpverlening. Het perspectief van [naam01] lijkt namelijk toch al bepaald. Het maakt niet meer uit of hij zijn best doet of niet. Het zal erop neerkomen dat hij tot zijn volwassenheid bij [naam05] zal moeten blijven, omdat er nergens anders plek voor hem is. [naam01] vindt dat er veel te weinig wordt gedaan. Niemand is geïnteresseerd in hem. Hij wil daarom een nieuwe voogd. Het loopt al lange tijd niet goed met zijn huidige voogd. [naam01] kan haar niet bereiken en zij komt ook niet langs op de groep en zoekt geen contact met [naam01] . Dit zit [naam01] erg dwars en zorgt ervoor dat vertrouwen ontbreekt. [naam01] wordt nu elke keer gepresenteerd als een jongen die hoog in zijn emotie zit en het moeilijk vindt om het gesprek aan te gaan, maar als er rust en vertrouwen is, is [naam01] juist heel goed in staat om een gesprek te voeren. Daarnaast staan in het evaluatieverslag van [naam05] ook hele positieve punten over [naam01] , waaruit blijkt dat [naam01] wel leerbaar is. De gedragswetenschapper heeft in augustus 2022 al aangegeven dat de plek op [naam05] een tijdelijk karakter heeft en dat er toegewerkt moet worden naar een betere vervolgplek. Tot op heden is die plek niet gevonden. Het gebrek aan perspectief zorgt ervoor dat het uitzichtloos wordt voor [naam01] . Het maakt niet uit welk gedrag hij vertoont, omdat het perspectief toch niet veranderd. De advocaat van [naam01] wil daarom aan de gecertificeerde instelling vragen om met een nieuwe en frisse blik te kijken naar [naam01] , zijn situatie en zijn dossier en zich niet te baseren op oude rapporten. Juist voor een jongen als [naam01] is het ongelofelijk belangrijk dat er gekeken wordt naar wat nu wel goed gaat en hoe daarop voortgeborduurd kan worden. Denken vanuit onmogelijkheden lost niets op. Er dient gekeken te worden naar wat er wel mogelijk is. [naam01] staat dan namelijk best open voor hulpverlening.
Uit het voorgaande volgt bovendien dat niet voldaan wordt aan de gronden voor een gesloten machtiging. Er is namelijk geen sprake van dat [naam01] zich zou onttrekken aan zorg. Het gaat erom dat het de gecertificeerde instelling niet lukt een passende vervolgplek te vinden, terwijl het ontbreken van een passend zorgaanbod geen grond kan zijn voor een gesloten plaatsing.
Dit alles leidt ertoe dat primair wordt verzocht om het verzoek af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht de machtiging toe te wijzen voor een beperktere duur, met een maximum van zes maanden, zoals ook de gedragswetenschapper heeft gerapporteerd. Uit dit gegeven volgt dat er ook slechts instemming is voor een maximale termijn van zes maanden.

5.De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat aan bovenstaande gronden wordt voldaan en zal dit hieronder verder uitleggen.
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling een goed gesprek gehad met [naam01] , waarin [naam01] duidelijk aan de kinderrechter heeft kunnen uitleggen wat hij wil en vindt. De kinderrechter vindt het knap dat [naam01] dit zo onder woorden heeft kunnen brengen, omdat hieruit blijkt dat hij verantwoordelijkheid wil nemen. Zij begrijpt dat [naam01] tot nu toe een leven heeft gehad dat al veel dieptepunten heeft gekend, waardoor [naam01] ook meerdere malen in moeilijkheden is gekomen. [naam01] uit zijn verdriet vaak in boosheid. Dat maakt het moeilijk. Zowel aan de kant van [naam01] als aan de kant van de hulpverlening zijn er dingen goed en minder goed gegaan. Dit heeft ertoe geleid dat [naam01] nu al een hele lange tijd in de gesloten jeugdhulp verblijft zonder een duidelijk perspectief. Dat het gebrek aan perspectief bij [naam01] voor grote onrust en frustratie zorgt, begrijpt de kinderrechter goed. Het is zeer zorgelijk dat op dit moment de situatie helemaal is vastgelopen. Er is geen concreet zicht op een vervolgplek buiten de gesloten setting van [naam05] en [naam01] heeft geen vertrouwen meer in zijn voogd. Dat hierin iets moet veranderen, is duidelijk. Allereerst dient het gesprek te worden aangegaan tussen [naam01] en zijn voogd, om te bezien of het vertrouwen hersteld kan worden. Als dat niet lukt, dan is het nodig dat er gezocht wordt naar een nieuwe voogd voor [naam01] . De kinderrechter begrijpt dat het niet gemakkelijk is om een nieuwe voogd te vinden. Daarentegen vindt zij het gelet op de complexe problematiek, het ontbreken van een steunend netwerk en de mate waarin [naam01] is ontspoord en in het strafrecht is terechtkomen, noodzakelijk dat hij een voogd heeft die hij kan vertrouwen en op wie hij kan terugvallen. Het is daarom positief dat de gecertificeerde instelling ter zitting heeft aangegeven binnen het team te zullen gaan uitzoeken wie [naam01] wel de aandacht kan geven die hij nodig heeft én verdient. De kinderrechter herkent de beschrijving die de advocaat van [naam01] heeft gegeven. Zij ziet dat [naam01] erg hoog in zijn emoties kan zitten, maar ook een rustig gesprek kan voeren. Juist omdat [naam01] het zo moeilijk heeft, raakt zijn evenwicht snel verstoord. Met rust en aandacht kan hij zich ook weer herstellen, waarna het weer lukt om onder woorden te brengen wat hij wil zeggen. Het is van belang dat hier ruimte voor is in de samenwerking met de voogd.
Voor wat betreft het verblijf op [naam05] overweegt de kinderrechter het volgende. De plek op [naam05] zou een tijdelijk karakter hebben in afwachting van een beter passende vervolgplek. Het is zorgelijk dat de gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat er geen passend aanbod is, waarbij zij eigenlijk stelt dat [naam01] dan maar op [naam05] zal moeten blijven tot zijn achttiende levensjaar. Dit is echter niet de bedoeling van een gesloten plaatsing. Op dit moment lijkt er sprake van een neerwaartse spiraal gebaseerd op onmogelijkheden, waarvoor de rekening bij [naam01] wordt neergelegd. Daar heeft de kinderrechter veel zorgen over. Naar het oordeel van de kinderrechter is het daarom noodzakelijk dat de gecertificeerde instelling met een frisse blik opnieuw naar de situatie van [naam01] gaat kijken waarin het tot mogelijkheden met perspectief komt.
Ondanks het voorgaande is de kinderrechter wel van mening dat de machtiging voor een gesloten plaatsing voor een korte duur verleend dient te worden. Gelet op de problematiek die bij [naam01] speelt, is het nodig dat hij zorg, begeleiding en behandeling krijgt. Als [naam01] nu naar een open groep gaat of bij zijn moeder gaat wonen, is het risico te groot dat hij zichzelf niet kan beheersen en negatief wordt beïnvloed, waardoor hij zichzelf of anderen opnieuw in problemen brengt. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor een periode van drie maanden en aanhouden voor het overige. Binnen deze drie maanden ligt er voor de gecertificeerde instelling de taak om uit te zoeken wat er wél kan worden gedaan om het vervolg vorm te geven, zodat een positieve lijn wordt ingezet. Het is van groot belang dat rekening wordt gehouden met [naam01] ’s behoefte aan vertrouwen en rust. Het is belangrijk dat [naam01] te maken krijgt met mensen die kunnen omgaan met zijn wisseling van emoties en samen met hem stappen vooruit kunnen gaan zetten, zoals hij zelf ook graag wil. Het is essentieel dat de gecertificeerde instelling in deze drie maanden tot een perspectief komt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 26 oktober 2023 tot 26 januari 2024;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting
,gelegen vóór 26 januari 2024, tegen welke zitting de gecertificeerde instelling en [naam01] en zijn advocaat dienen te worden opgeroepen;
verzoekt de gecertificeerde instelling om twee weken voor die zitting de rechtbank en de belanghebbenden schriftelijk te informeren over de laatste stand van zaken en of het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd;
verzoekt de gecertificeerde instelling, indien het aangehouden deel van het verzoek wordt gehandhaafd, een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2., vijfde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, toe te zenden.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 3 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.