ECLI:NL:RBDHA:2023:16620

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/09/655332 / JE RK 23-2076
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige in het kader van de Jeugdwet

Op 24 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, aangeduid als [naam01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld na een verzoek van de gecertificeerde instelling, die een verlenging van de machtiging voor gesloten jeugdhulp vroeg voor een periode van drie maanden. De jeugdige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie en heeft eerder al een machtiging voor gesloten jeugdhulp gekregen, die op 3 november 2023 zou aflopen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2023 waren de jeugdige, haar advocaat, de stiefvader, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig. De moeder van de jeugdige was niet aanwezig, maar had verzocht om de stiefvader toe te laten. De kinderrechter heeft de jeugdige gehoord in het bijzijn van haar advocaat. De gecertificeerde instelling motiveerde het verzoek door te stellen dat de jeugdige nog niet klaar is voor een open setting, gezien de risico's van terugval in oud gedrag. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkelingen van de jeugdige erkend, maar ook de noodzaak van verdere ondersteuning in een gesloten setting benadrukt.

Na afweging van de argumenten heeft de kinderrechter besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen, maar voor een kortere periode van twee maanden, in plaats van de gevraagde drie maanden. De kinderrechter hoopt dat de jeugdige binnen deze termijn kan worden overgeplaatst naar een open groep, mits haar positieve ontwikkeling zich voortzet. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 3 november 2023, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655332 / JE RK 23-2076
Datum uitspraak: 24 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2006 [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen [naam01] ,
advocaat: mr. R.A.J. Verploegh te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 22 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam01] met haar advocaat;
  • de stiefvader [naam03] namens de moeder;
  • [naam04] en [naam05] namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam06] , familietherapeute als toehoorder;
  • [naam07] van [A] , begeleider van [naam01] .
De moeder is niet verschenen. Op maandag 23 oktober heeft de kinderrechter per mail het verzoek ontvangen om de stiefvader aanwezig te laten zijn bij de zitting, omdat de moeder verhinderd is. De kinderrechter is hiermee akkoord gegaan.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het bijzijn van haar advocaat gehoord.

2.De feiten

2.1.
[naam01] is erkend door de heer [naam08] .
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, te weten [A] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 3 augustus 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 3 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Het is momenteel nog te vroeg voor [naam01] om naar een open setting gegaan. Zij zien de positieve groei die [naam01] de afgelopen periode heeft doorgemaakt. De kans op een terugval in oude patronen, zoals eerder heeft plaatsgevonden, is echter nog te groot. Het is positief dat de kaders en de structuur van de geslotenheid ertoe hebben geleid dat zij weer naar school gaat, haar stage heeft kunnen oppakken en de MDFT-sessies volgt met haar moeder. De gesloten setting zorgt er daarnaast voor dat [naam01] wordt beschermd tegen het uiting geven aan destructieve patronen, zoals weglopen. Eerder, in een open setting, maakte dit dat zij zich aan de hulp onttrok. De gecertificeerde instelling vindt de groei nog kwetsbaar en het is belangrijk dat [naam01] voldoende handvatten heeft om weerstand te kunnen bieden tegen spanning, waarbij zij leert de begeleiding op te zoeken in plaats van daarvan weg te lopen. Voordat [naam01] naar een open groep kan gaan, is het nodig dat nog verder geoefend kan worden met een forse uitbreiding van de vrijheden, zodat voorkomen wordt dat [naam01] opnieuw terugvalt in haar oude gedrag. Mocht de machtiging worden verleend voor drie maanden, dan is er volgens de gecertificeerde instelling nog voldoende ruimte om [naam01] na een plaatsing op een open groep te begeleiden richting een traject voor kamertraining.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [naam01] wordt verweer gevoerd tegen het verzochte. Het gaat goed met [naam01] . Zij is niet weggelopen, volgt stage en school en de band met haar moeder ontwikkelt zich goed. Het lukt [naam01] zich tegen haar moeder uit te spreken en zij luisteren naar elkaar. Daarnaast is [naam01] open en eerlijk tegen de begeleiding, komt zij haar afspraken na en luistert zij naar hen. Een periode van drie maanden vindt zij dan ook te lang. De dag voor de zitting is er een gesprek geweest met [naam09] over een vervolgplek en hier zou [naam01] heen kunnen. Het doel van de gesloten plaatsing was om rust te creëren en begeleiding op te zetten om weer toe te werken naar een open plaatsing. De vraag is dan ook waarom het op dit moment niet mogelijk is om die stap te zetten. Het is nodig dat [naam01] een duidelijk perspectief heeft, waardoor ook haar motivatie niet verloren gaat. De toezegging van de gecertificeerde instelling om ergens de komende maanden ruimte te zien voor een open plaatsing, is niet concreet genoeg. [naam01] wil meer naar school en dat is vanuit de geslotenheid niet mogelijk. [naam01] heeft aangetoond zich niet aan de hulp te onttrekken met de vrijheden die zij nu al krijgt. Gelet op het voorgaande wordt dan ook verzocht de machtiging af te wijzen dan wel voor een kortere duur te verlenen.
4.2.
De stiefvader geeft ter zitting aan dat hij begrijpt dat het niet leuk is voor [naam01] om nog langer in de geslotenheid te moeten verblijven, maar hij begrijpt ook dat het risico nog te groot is als zij nu naar een open instelling gaat. Hij is dan bang dat er opnieuw een terugval komt, gezien het verleden. Daarbij kan misschien wel worden afgesproken dat als het goed gaat met [naam01] , zij eerder geplaatst kan worden op een open groep.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter stelt vast dat aan bovenstaande gronden is voldaan.
5.2.
De kinderrechter overweegt het volgende. Zij wil allereerst [naam01] complimenteren met wat zij allemaal heeft bereikt de afgelopen periode. De kinderrechter is blij om te horen dat het een stuk beter met [naam01] gaat. Zij heeft voldoende vertrouwen dat [naam01] deze positieve lijn de komende periode zal gaan voortzetten. Daarentegen ziet de kinderrechter – net als de gecertificeerde instelling – wel grote risico’s als [naam01] op dit moment naar een open groep zal gaan. Het is belangrijk dat de basis die gelegd is, verder wordt verstevigd. [naam01] heeft die stevige basis nodig voor de momenten waarop het wat minder goed gaat met haar. Het is daarom noodzakelijk dat [naam01] de komende periode nog hulp ontvangt vanuit de gesloten setting, zodat de gedragsverandering duurzaam zal worden. Op die manier wordt het risico op een terugval flink ingeperkt. De kinderrechter wil namelijk ook voorkomen dat [naam01] nogmaals vanuit een open groep terug naar een gesloten groep geplaatst zal moeten worden. Vanuit de veilige setting van [A] kan [naam01] de komende periode oefenen met een verdere toename van de vrijheden die zij krijgt.
Nu [naam01] al grote stappen heeft gezet is naar het oordeel van de kinderrechter een termijn van twee maanden voldoende om het bovenstaande te bereiken. De kinderrechter hoopt hiermee ook tegemoet te komen aan de motivatie van [naam01] . Als [naam01] haar goede gedrag voortzet – en daar heeft de kinderrechter alle vertrouwen in – dan dient [naam01] binnen deze twee maanden overgeplaatst te worden naar een open groep.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 3 november 2023 tot 3 januari 2024;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 3 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.