ECLI:NL:RBDHA:2023:16720
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 4 september 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 6 oktober 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank moest beoordelen of eiser nog belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Uit informatie van de staatssecretaris bleek dat eiser op 21 september 2023 met onbekende bestemming uit de opvang was vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser en niet te weten of hij nog in Nederland verblijft.
Op basis van deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem gezochte internationale bescherming. Hierdoor heeft hij geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk en oordeelt dat de staatssecretaris geen proceskosten van eiser hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.