ECLI:NL:RBDHA:2023:16721
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland
Op 18 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De staatssecretaris had op 4 september 2023 besloten om de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen, met als reden dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld onder zaaknummer NL23.28119 en heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 6 oktober 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. In de uitspraak van 18 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat, nu er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, in aanwezigheid van griffier mr. H.C.M. Pijnenburg. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.