In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag van eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiser had op 22 juni 2023 een asielaanvraag ingediend, maar uit Eurodac bleek dat hij eerder via Bulgarije het EU-grondgebied was binnengekomen en daar al een verzoek om internationale bescherming had ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Bulgarije als verantwoordelijke lidstaat is aangewezen. Eiser voerde aan dat er in Bulgarije op grote schaal pushbacks plaatsvinden en dat hij persoonlijke ervaringen heeft van geweld en mishandeling door de autoriteiten. De rechtbank concludeert echter dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan baseren, wat betekent dat hij mag aannemen dat Bulgarije zijn internationale verplichtingen nakomt. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet verplicht is om de asielaanvraag van eiser aan zich te trekken op basis van artikel 17 van de Dublinverordening, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dat rechtvaardigen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt dat de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen, in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.