ECLI:NL:RBDHA:2023:16753

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
NL23.22059
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheidskwesties

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 november 2023 uitspraak gedaan in de zaken van verzoekers [naam 1], [naam 2] en [naam 3] tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij het niet eens waren met de besluiten van de staatssecretaris.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak is vermeld dat er eerder op dezelfde dag uitspraak is gedaan in andere zaken die verband houden met de verzoeken om voorlopige voorziening. De rechtbank heeft in die zaken de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de verzoeken om voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond zijn afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van de voorzieningenrechter is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.22059, NL23.29207 en NL23.29205

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], verzoeker 1

[naam 2], verzoekster
[naam 3], verzoeker 2
(Tezamen: verzoekers)
V-nummers: [nummer 1], [nummer 2] en [nummer 3]
(gemachtigde: mr. C.J. Ullersma),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluiten van 31 juli 2023 (verzoeker 1) en 13 september 2023 (verzoekster en verzoeker ) (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten afzonderlijk beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.22058, NL23.29206 en NL23.29204 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen waarover deze verzoeken om een voorlopige voorziening gaan. De beroepen zijn ongegrond verklaard. De verzoeken worden om die reden als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.