ECLI:NL:RBDHA:2023:16878
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Kroatië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris stelde dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.22150) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.