Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de voornoemde beschikking van 21 september 2023;
- de schriftelijke update van gecertificeerde instelling met bijlagen van 20 oktober 2023;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2022. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, had verzocht om de machtiging te verlengen tot het einde van de ondertoezichtstelling, te weten tot 5 december 2023. De kinderrechter had eerder op 21 september 2023 al een machtiging verleend voor de periode van 5 oktober 2023 tot 5 november 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 oktober 2023 waren de ouders aanwezig, bijgestaan door hun advocaat mr. L.P. Lagerweij, en was ook een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig via telefonische verbinding.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [naam01] goed verloopt en dat er geen zorgen zijn over de opvoedvaardigheden van de ouders. De ouders hebben een goede band met [naam01] en de wisselmomenten tussen de ouders en de pleegouders zijn een punt van zorg, maar er zijn geen signalen dat het niet goed gaat wanneer [naam01] bij de ouders is. De kinderrechter heeft de ouders geprezen voor hun inzet en de vooruitgang die zij hebben geboekt.
Gezien de omstandigheden en de positieve ontwikkeling van [naam01], heeft de kinderrechter geoordeeld dat er geen juridische grond meer is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling afgewezen, met de overweging dat de ouders in staat zijn om voor [naam01] te zorgen en dat de voorwaarden voor thuisplaatsing zijn vervuld. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan.