ECLI:NL:RBDHA:2023:16923

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
C/09/655456 / JE RK 23-2104
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling en machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01], geboren in 2007, eerder onder toezicht was gesteld en in een gesloten accommodatie verbleef vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De Raad verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een periode van drie maanden, na een eerdere verzoek tot vijf maanden te hebben gewijzigd. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 oktober 2023 heeft [naam01] haar mening gegeven en is er gesproken over haar positieve ontwikkeling in de gesloten setting. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [naam01] vooruitgang heeft geboekt, maar dat het noodzakelijk is om de hulpverlening voort te zetten in een gecontroleerde omgeving. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen, met als doel de ontwikkeling van [naam01] te waarborgen en haar weerbaarheid tegen externe druk te vergroten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks mogelijke hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655456 / JE RK 23-2104
Datum uitspraak: 26 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling
in de zaak van
Raad voor de Kinderbeschermingte Den Haag,
hierna te noemen de Raad,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 in [plaats01] ,
hierna te noemen [naam01] ,
advocaat mr. M.P. Friperson te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam02],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats01] ,
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, gevestigd te Den Haag,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 oktober 2023;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 22 oktober 2023;
  • de gespreksweergave van de GGZ, ontvangen van de Raad op 23 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met haar advocaat;
- de moeder;
- [naam03] , namens de Raad;
- [naam04] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] naar haar mening gevraagd. [naam01] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam01] zelf verteld hoe het met haar gaat en wat ze van de verzoeken vindt. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[naam01] is erkend door [naam05] .
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft feitelijk in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 augustus 2023 [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld van 9 augustus 2023 tot 27 oktober 2023, alsmede voor dezelfde duur een machtiging verleend [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens wordt door de Raad een machtiging verzocht om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vijf maanden. Ter zitting heeft de Raad het verzoek tot gesloten machtiging gewijzigd in die zin dat de termijn in duur wordt bekort tot drie maanden.
3.2.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. Voorafgaand aan de gesloten plaatsing verbleef [naam01] op een open groep en waren er grote zorgen over haar gedrag. [naam01] hield zich niet aan de regels, onttrok zich aan het gezag van de begeleiding en bracht zowel zichzelf als haar groepsgenoten in gevaarlijke situaties. De eerste paar weken dat [naam01] gesloten geplaatst was deden zich nog regelmatig incidenten voor. De laatste paar weken gaat het echter een stuk beter met [naam01] en lijkt zij te profiteren van de structuur die een gesloten plaatsing biedt. [naam01] heeft meer inzicht in haar emoties en eigen gedrag. Er is traumabehandeling ingezet en zij is hiervoor gemotiveerd. Hoewel er sprake is van een positieve ontwikkeling, is deze echter nog wel pril. In het verleden is gebleken dat [naam01] kwetsbaar is voor druk via social media. Gelet daarop is het van belang dat de vrijheden stapsgewijs worden opgebouwd om de kans op terugval te minimaliseren. Gelet op de positieve ontwikkeling van [naam01] ziet de Raad hierin aanleiding om zijn verzoek te wijzigen in die zin dat de duur van de verzochte machtiging tot gesloten jeugdhulp wordt bekort tot een duur van drie maanden. Een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar is noodzakelijk om de benodigde hulpverlening in te zetten en te monitoren.

4.De standpunten

4.1.
De gecertificeerde instelling heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij bij [naam01] een groot verschil zien ten opzichte van augustus 2023. [naam01] heeft zich opengesteld en is gemotiveerd voor de benodigde hulpverlening. Zij heeft zelf het doel en de vorm van de behandeling bedacht. Een continuering van de gesloten plaatsing voor de komende drie maanden is van belang om de positieve ontwikkeling door te zetten en ervoor te zorgen dat [naam01] een goede basis opbouwt.
4.2.
Namens [naam01] heeft de advocaat het volgende naar voren gebracht. [naam01] kan zich heel goed uiten en is in staat om zowel de negatieve als positieve gebeurtenissen te benoemen. [naam01] begrijpt dat een gesloten plaatsing voor de komende periode nog nodig is om onder andere de hulpverlening te continueren. Het is fijn dat de Raad de termijn van de gesloten plaatsing heeft gewijzigd naar drie maanden. [naam01] kan zich daar in vinden en is gemotiveerd om haar behandelingen af te maken.
4.3.
De moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij trots is op [naam01] . De moeder schrok van de aanvankelijk verzochte termijn voor de gesloten plaatsing. Zij is blij dat [naam01] wordt beloond voor haar inzet doordat de Raad het verzoek heeft gewijzigd.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter overweegt dat aan het bovenstaande is voldaan. Voorafgaand aan de gesloten plaatsing waren er grote zorgen over [naam01] . Zij hield zich niet aan de regels op de open groep, onttrok zich aan het gezag en bracht niet alleen zichzelf, maar ook haar groepsgenoten in gevaarlijke situaties. Naar aanleiding daarvan is [naam01] gesloten geplaatst. Hoewel zich de eerste paar weken nog incidenten voordeden, heeft [naam01] de laatste periode een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Zij is in staat om op haar eigen gedrag te reflecteren – wat ook bleek tijdens de zitting - en is gemotiveerd voor de hulpverlening. Inmiddels krijgt [naam01] psychomotorische therapie en EMDR-therapie. De kinderrechter vindt het knap hoe [naam01] zich in korte periode positief heeft ontwikkeld en dat zij probleeminzicht heeft. Haar positieve gedrag heeft ertoe geleid dat de Raad het verzoek tot gesloten plaatsing heeft bekort tot een duur van drie maanden. Het is van belang dat [naam01] deze positieve ontwikkeling kan continueren. De afgelopen periode is gebleken dat [naam01] veel baat heeft bij de structuur en kaders van een gesloten plaatsing. De kinderrechter is van oordeel dat het van belang is dat [naam01] de komende periode vanuit een gesloten setting de hulpverlening kan continueren en dat haar vrijheden stapsgewijs worden uitgebreid, zodat zij weerbaarder wordt gemaakt tegen verleidingen van buitenaf. De kinderrechter heeft er vertrouwen in dat [naam01] dit gaat lukken. Gelet op het bovenstaande zal de kinderrechter [naam01] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar en de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [naam01] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 26 oktober 2023 tot 26 oktober 2024
6.2.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 27 oktober 2023 tot 27 januari 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023 door mr. S. van der Harg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.B.M.A. Roozen als griffier, en op schrift gesteld op 6 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.