ECLI:NL:RBDHA:2023:17002
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake herstelverzuimbrief
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De opposant had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van 17 maart 2023, dat op 8 juni 2023 door de rechtbank kennelijk ongegrond werd verklaard. De opposant heeft verzet aangetekend, waarbij hij betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk had gemaakt dat de herstelverzuimbrief naar het juiste adres was verzonden. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het verzet enkel de vraag betreft of de rechtbank ten onrechte tot vereenvoudigde behandeling is overgegaan. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende bewijs heeft geleverd dat de herstelverzuimbrief op 22 februari 2023 is verzonden naar het kantoor van de gemachtigde van de opposant. De rechtbank oordeelt dat de argumenten van de opposant niet voldoende zijn om het verzet gegrond te verklaren. De uitspraak van 8 juni 2023 blijft dan ook in stand, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.