Wat vindt de rechtbank
10. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres 70,35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 1 april 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 1 april 2020 voor 70,35% arbeidsongeschikt is waardoor haar WIA-uitkering niet wijzigt. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
12. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden besluit
13. Uit vaste rechtspraak van de Raadvolgt dat voor situaties waarin de medische grondslag van het primaire besluit gemotiveerd wordt betwist en waarin in de primaire fase geen spreekuurcontact met een geregistreerde verzekeringsarts heeft plaatsgevonden, in de bezwaarfase een betrokkene tijdens een spreekuurcontact door een verzekeringsarts B&B moet worden gezien. Van een spreekuurcontact kan in zo’n situatie in beginsel slechts worden afgezien indien de verzekeringsarts B&B voldoende kan motiveren dat in het licht van de aard van de klachten en de beschikbare medische informatie, een spreekuurcontact geen toegevoegde waarde heeft.
14. De rechtbank stelt vast dat eiseres zowel in de primaire fase als in bezwaar niet is gezien door een geregistreerde verzekeringsarts. De primaire arts, niet zijnde een verzekeringsarts, heeft het dossier bestudeerd en tweemaal telefonisch contact met eiseres gehad. In bezwaar heeft de verzekeringsarts B&B kennisgenomen van het dossier, de aanvullende informatie en de bezwaargronden. De verzekeringsarts B&B heeft niet gemotiveerd waarom een spreekuurcontact in bezwaar geen toegevoegde waarde zou hebben. Het bestreden besluit is daarmee onzorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd.Naar aanleiding van de beroepsgrond over het ontbreken van een spreekuurcontact met een geregistreerde verzekeringsarts heeft de verzekeringsarts B&B in het rapport van 3 november 2022 voldoende gemotiveerd uiteengezet dat een spreekuurcontact in het geval van eiseres nu geen toegevoegde waarde heeft. Met de in beroep ingebrachte medische informatie uit het NPO zou een aanvullend onderzoek op een spreekuur geen relevante aanvullende informatie opleveren, gezien de specifieke vereiste expertise voor dat onderzoek. Ook is er geen reden te twijfelen aan de informatie van de neuroloog. De rechtbank ziet daarom aanleiding om het gebrek te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien het aannemelijk is dat eiseres hierdoor niet is benadeeld.
De beoordeling van de belastbaarheid
15. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 1 april 2020 in het rapport van 8 december 2021 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B heeft voldoende gemotiveerd dat hij geen aanleiding ziet om het onderzoek van de primaire arts uit te breiden of de schatting te herzien. Hij heeft toegelicht dat de primaire arts rekening heeft gehouden met de vermoeidheid en de fysieke en psychosociale beperkingen, zodanig dat de FML overeenstemt met de geobjectiveerde bevindingen. Ten aanzien van de informatie die eiseres in bezwaar heeft ingediend stelt hij vast dat het algemene informatie betreft die niet in de plaats kan worden gesteld van wat de primaire arts met eiseres heeft besproken. Ten aanzien van de discussie over de urenbeperking heeft de verzekeringsarts B&B aangegeven dat gelet op het dagverhaal van eiseres een preventieve urenbeperking aan de orde is. Hij heeft daarbij toegelicht dat 6 uur functioneren op een dag en 30 uur per week mogelijk is als bij de aard van de werkzaamheden rekening wordt gehouden met de gestelde beperkingen in de FML.
16. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B in de nadere rapporten van 3 november 2022, 2 mei 2023 en 3 juli 2023 voldoende heeft gemotiveerd dat de informatie van de behandelaar die eiseres in beroep heeft ingestuurd en de informatie van de medisch adviseur van 1 juli 2022, 15 september 2022, 7 april 2023 en 29 juli 2023 geen aanleiding geeft om de FML aan te passen. Wat betreft de evenwichts- en coördinatieproblemen merkt de verzekeringsarts B&B in het rapport van 3 november 2022 op dat de neuroloog in de brief van 14 april 2022 stelt dat er geen aanwijzingen zijn voor een recidief van het PCNSL (primair centraal zenuwstelstel lymfoom). De neuroloog benoemt in deze brief ook dat vooral de bestraling na een langere tijd (jaren) in toenemende mate kans geeft op radiatie-encefalopathie (o.a. loopstoornissen en cognitieve achteruitgang). Dit is volgens de neuroloog ook bij eiseres het geval, maar formeel is dit niet met een neuropsychologisch onderzoek onderzocht. Verder stelt de verzekeringsarts B&B in de rapporten van 3 november 2022 en 3 juli 2023 dat de informatie van de medisch adviseur en het verslag van het huisbezoek anamnestisch zijn. De medisch adviseur noteert de klachten en ervaren belemmeringen maar rapporteert geen eigen bevindingen van bijvoorbeeld lichamelijk of psychisch onderzoek. Ook is van een aantal anamnestische gegevens onduidelijk of dat de situatie is rond de datum in geding of rond de datum van het huisbezoek van twee jaar later. Gelet hierop vindt de verzekeringsarts B&B de informatie van de medisch adviseur en het verslag van het huisbezoek van 1 juli 2022 onvoldoende om sterkere beperkingen op te nemen in de FML voor evenwicht- of coördinatieproblemen. Verder stelt de verzekeringsarts B&B in het rapport van 3 november 2022 dat bij het NPO geen cognitieve of concrete geheugenstoornissen zijn geobjectiveerd. Wel lijkt er mogelijk iets meer moeite met geheugentaken, wordt er een toename in psychische klachten gerapporteerd en een iets verminderde prestatie met name bij vermoeidheid. Het vermijden van stressvolle arbeidsomstandigheden en een (licht) verminderde duurbelasting, zoals reeds opgenomen in de FML, volstaan volgens de verzekeringsarts B&B bij de iets verminderde prestaties met name bij vermoeidheid. In het rapport van 3 juli 2023 voegt de verzekeringsarts B&B daaraan toe dat eiseres al fors is beperkt in het persoonlijk functioneren, dynamische handelingen en statische houdingen en dat een urenbeperking is opgenomen. Deze beperkingen volstaan volgens de verzekeringsarts B&B ruimschoots waar slechts minimale afwijkende bevindingen waren bij het NPO ten opzichte van het eerdere NPO uit 2016 en eiseres een actief dagverhaal had rond de datum in geding. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
17. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 1 april 2020 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft aangenomen.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
18. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 19 november 2020 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als verpleegkundige SEH, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies en één reservefunctie opgeleverd.
- ( SBC-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten);
- ( SBC-code 264122) Machinaal metaalbewerker (excl. bankwerk);
- ( SBC-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker;
- als reservefunctie (SBC-code 282102) Besteller post/pakketten (auto).
19. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben in de rapporten en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom de functies van Productiemedewerker industrie, Machinaal metaalbewerker en Administratief ondersteunend medewerker geschikt zijn voor eiseres. Zij hebben de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom deze functies geschikt zijn. In zijn rapport van 27 juni 2017 waar de arbeidsdeskundige B&B naar verwijst, is toegelicht dat in de functies van Administratief medewerker en Productiemedewerker industrie kan worden gewerkt op een eigen werkplek aan een werktafel of bureau, waarbij zo nodig met het plaatsen van achter- en zijschotten een voldoende rustige werkplek gecreëerd kan worden. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De arbeidsdeskundige B&B heeft in bezwaar de reservefunctie laten vervallen omdat deze functie de belastbaarheid van eiseres overschrijdt. Met het vervallen van deze functie wijzigt de mate van arbeidsongeschiktheid niet omdat deze functie niet is meegenomen bij de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De rechtbank vindt dat het UWV verder voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat de geduide functies ook wat betreft opleidingsniveau en persoonlijke vaardigheden passend zijn. De functies hebben opleidingsniveau 2. Eiseres voldoet ruimschoots aan dit gevraagde niveau. Ook vragen de functies geen specifieke vaardigheden. De geduide functies zijn bovendien vrijwel gelijk aan de eerder geduide functies. De Raad heeft met de uitspraak van 27 januari 2022geoordeeld dat deze functies passend zijn.
20. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
21. Voor zover eiseres vraagtekens plaatst bij de wijze waarop het UWV de beoordeling van de geschiktheid van haar laatst verrichte werk heeft verricht, is de rechtbank met het UWV van oordeel dat dit voor de beoordeling in deze zaak niet van belang is. Partijen zijn het erover eens dat het laatst verrichte werk niet passend is voor eiseres. Het laatst verrichte werk is daarnaast niet de maatstaf voor de vaststelling van de mate van de arbeidsongeschiktheid van eiseres. Het gaat hier om een theoretische schatting, waarbij op basis van de in de FML opgenomen beperkingen, geschikte theoretische functies zijn gezocht.
22. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres op 1 april 2020 met de middelste van de drie geduide functies 29,65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 70,35% arbeidsongeschikt is.
23. Om in aanmerking te komen voor een IVA-uitkering moet sprake zijn van volledige (80 tot 100%) en duurzame arbeidsongeschiktheid. Uit rechtsoverweging 22 volgt dat eiseres minder dan 80% arbeidsongeschikt is. Er is dus geen sprake van volledige arbeidsongeschiktheid. Dat betekent dat eiseres niet kan voldoen aan de vereisten voor een IVA-uitkering. De rechtbank komt daarom niet toe aan de beoordeling van de duurzaamheid van de beperkingen.