ECLI:NL:RBDHA:2023:17027
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 5 september 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft de zaak op 18 oktober 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar eiseres en haar gemachtigde niet verschenen.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is. Eiseres heeft betoogd dat er in Spanje sprake is van tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen, en dat zij bij terugkeer naar Spanje risico loopt op discriminatie en geweld. De rechtbank stelt echter vast dat de staatssecretaris op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Spanje zijn internationale verplichtingen zal nakomen. Eiseres is er niet in geslaagd om aan te tonen dat er structurele tekortkomingen zijn die het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondermijnen.
De rechtbank wijst erop dat eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigen dat Spanje voldoet aan de vereisten van de Dublinverordening. De rechtbank concludeert dat de zorgen van eiseres over de opvang en asielprocedure in Spanje niet voldoende zijn om te oordelen dat er een reëel risico bestaat op schending van haar rechten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.