ECLI:NL:RBDHA:2023:17042
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 184 te betalen binnen de gestelde termijn. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 7 juni 2023 per aangetekende brief is herinnerd aan de betaling van het griffierecht en dat hij is gewaarschuwd voor de gevolgen van niet-tijdige betaling. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en er geen omstandigheden zijn die aan eiser zijn toe te rekenen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenverdeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.