ECLI:NL:RBDHA:2023:17043
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag, maar het bezwaar werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 184 niet heeft betaald binnen de gestelde termijn. Eiser was herhaaldelijk op de hoogte gesteld van de betalingsverplichting, maar heeft nagelaten om het griffierecht tijdig te voldoen. De rechtbank oordeelt dat er geen omstandigheden zijn die erop wijzen dat eiser niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenverdeling, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.