ECLI:NL:RBDHA:2023:17053
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen met het argument dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, was niet aanwezig op de zitting, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. I. Lohmann, wel aanwezig was.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen, in stand blijft. De rechtbank baseert haar oordeel op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval had Nederland een verzoek om terugname aan Duitsland gedaan, dat door Duitsland was aanvaard.
Eiser betoogde dat de staatssecretaris niet van de juistheid van het claimakkoord met Duitsland mocht uitgaan, omdat de informatie in het claimverzoek onjuist zou zijn. De rechtbank oordeelt echter dat de Eurodac-registratie, waaruit blijkt dat eiser in Duitsland is geregistreerd, voldoende bewijs biedt dat eiser daar een asielaanvraag heeft ingediend. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat de Eurodac-registraties zorgvuldig zijn.
De rechtbank wijst ook de stelling van eiser af dat de asielprocedure in Duitsland ernstige tekortkomingen vertoont. Eiser heeft zijn bewering niet onderbouwd en de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat Duitsland aan zijn internationale verplichtingen voldoet. De uitspraak eindigt met de mededeling dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.